Met klassieke instrumenten rock maken, dat hebben we onder meer al gehoord van Die Anarchistische Abendunterhaltung (DAAU), met avant-gardistische invloeden en Apocalyptica, met metalinvloeden. Het Antwerpse Boenox kan er ook wat van, maar welke kant dat opgaat? In 2001 verschijnt het prachtige debuut, waarop al blijkt dat ze niet te bestempelen zijn. Melancholische filmmuziek dekt enigszins de lading. Drie jaar lang heb ik rust gehad en nu is er Studio, dat wederom lastig te plaatsen is. Cello, contrabas, hobo en fagot vormen de hoofdbestanddelen. Hiermee maken ze een soort rock met raakvlakken uit de pop, klassiek, jazz, folk en zelfs elektro. De elektronica en zelfs beats worden dikwijls aan het geluid toegevoegd. Verder zingen ze nog een klein beetje, onder meer over het genieten van je g-spot. Mag ik het alstublieft weer prachtig melancholische filmmuziek noemen?
Nee, neem dan de vijf Vlamingen uit Bal Des Boiteux (bal der kreupelen). Die maken het een recensent op Gods And Horses vast niet lastig. Mis! Met viool, accordeon, gitaar, doedelzak, fluit en contrabas maken ook een mix van diverse stijlen met een rockattitude. Zelf zeggen ze de invloed van een compacte mix van pop, folk en jazz op mensen en kleinere soorten te onderzoeken. De ene keer neigt het naar Hedningarna, dan weer naar DAAU of Cro Magnon en soms -om het vaag te houden- naar Boenox. Meestal rustig en droefgeestig en soms fel en opgetogen. Ik opteer gaarne weer voor prachtig melancholische filmmuziek, maar begrijp het best als u daar andere ideeën op na houdt.