Goed en van bij ons, deel elfendertig. De ingebakken Vlaamse nestbevuiling mag stilaan bij het gft. Bij ons groeide een boon voor Glasvocht. Een open oor op de wereld en mooi verzorgde releases, meer moet dat niet zijn. Gelukkig stelt men ons zelden teleur. Na enkele cdrs en diverse samenwerkingen met o.m. de Portables is dit Filip Gheysens eerste volwaardige solo-cd. De opener, titelloos zoals de rest, is abrasief en dringt zich uitdrukkelijk naar de voorgrond. Er is weinig ruimte voor eigen interpretatie. Dat verandert echter snel. Wat volgt zijn vriendelijke experimenten voor zachtaardige lieden, mensen zoals u en ik. Leidmotief is de wisselwerking tussen visuele perceptie en auditieve expressie: Gheysen liet zich inspireren door favoriete schilderkunst van Marc Rothko en Francis Bacon en put naar believen uit een arsenaal gitaar, sampler, effecten en computersoftware. Patronen ontwikkelen zich traag en gestaag, soms met ongemerkt symfonische grandeur (track 4). Er zijn gitaarfluctuaties die peinzend uit het raam staren. Sferen haasten zich langzaam en weven een open canvas. Er zijn brommende drones als van een scheerapparaat op drift (track 5). Afgesloten wordt met archaisch aandoende kosmische, analoge synthmodulaties die zoemend en krakend zichzelf opzoeken.