Een dik jaar geleden was ons al toegefluisterd dat er in Gent op een Bom gebroed werd. Wel, de Bom in kwestie zit al een poosje in de cd-speler en we zullen het u maar meteen meegeven: Gabriel Rios (°Puerto Rico, nu al acht jaar Gent) heeft samen met Jo Bogaert (Technotronic, Robert Wyatt) een heel goed popalbum gemaakt. Over de radio klinkt dit als doodgewone organische latin: aanstekelijk maar niet per sé onmisbaar. Pas onder de hoofdtelefoon begint het te dagen: hier is op virtuoze wijze geknutseld met materiaal dat op zich al uniek is. Rios is duidelijk een natuurtalent en Bogaert heeft het inzicht gehad om daar voorzichtig iets méér mee te doen. Gitaartjes, zenuwzieke synthbassen, cumbiaharmonicas en andesfluiten: het is allemaal in riante doch stevig verknipte porties aanwezig. De song blijft de basis, maar daaronder bruisen en knetteren Bogaerts ritmen dat het een aard heeft. Meestal is het keihard dansen geblazen op dit plaatje, maar nooit verdwijnt de snik uit Rios stem: acht jaar België laat sporen na, als je uit Puerto Rico komt. De trage nummers hebben nog net dat iétsje meer. Let it Go, bijvoorbeeld: goede raad voor zij die vastroesten verwarren met dapper volhouden, op een bedrieglijk licht en duivels sexy ritme. En Santera – op de traanklieren werkend parlando, koortjes en zachte bliepjes – mag dan mierzoet klinken: de latijnse nachtclubdanseres die wij in het diepst van onze gedachten zijn, smelt hierbij.
Het electro-element had explicieter gemogen en met échte blazers was het nog mooier geweest, maar niemand vraagt óns ooit wat, natuurlijk. En toch blijven we antwoorden: uitstekende plaat.