De aanwezigheid van Pjotr Kropotkin op pagina één van het cd-boekje brengt meteen het slechtste in ons naar boven. Dat heeft niet zozeer met de Russische anarchist te maken maar met één van zijn bewonderaars, een onbetrouwbaar sujet die theorie en praktijk verwarde met bijna noodlottige gevolgen. Maar Un verdient een tweede kans. Chumbawamba is namelijk het schoolvoorbeeld van een groep die door elke serieuze popjournalist wordt verafschuwd, zoals blijkt uit de hilarische persuittreksels in de extra videodocumentaire. En laat nu dat werken als een rode lap op deze stier. Hun Big Mouth Strikes Again opende onze naar subversiviteit snakkende oren voor Lenny Bruce en bij het ondergrondhitje Enough is Enough wordt hier steevast een blik nostalgie opengetrokken. Het collectief uit Leeds heeft na wereldsucces Tubthumping het Nirvanacomplex – ongewenste fans, van dronken voetbalsupporters tot domme rechtse knakkers – en de voorspelbare breuk met een major niet aan het hart laten komen. De boodschap van deze predikers van het PC-gedachtengoed divergeert echter steeds verder van de verpakking. Op de tiende studioplaat in bijna twee decennia zijn de songs toegankelijker dan ooit: melodieuze lichtgewicht pop met minder body dan Karen Carpenter en steeds gladdere harmonieën. De liedjesteksten lijken zoals steeds geplukt uit een willekeurig links medium. Dat betekent: Dubya de Duivel, Columbine, antiglobalisme, Bagdad, anarchofeministes in Bolivia maar ook taartengooier Noel Godins date met Bill Gates. De inkleuring werd verlegd van folk naar Zuiderse wereldmuziek, weliswaar in lightversie: voor de hand liggende samples uit Zuid-Amerika, wat fluiten en een accordeon. Misschien tijd om eens uit een andere ruif te gaan eten, kameraden.