Het is vrij eenvoudig verdwalen in het niemandsland tussen de trage dynamiek en de vaste structuren van conventionele instrumenten die op Oldines derde album langs elkaar schuiven. Opperhoofd Thomas Robyn ruilde voor dit album twee van zijn bandleden in tegen een vers setje nieuwe krachten. Alhoewel Oldine met vorige albums een plekje kreeg in de overvolle postrockkelder gaan ze nu meer en meer richting electronische geluidssculpturen die regelmatig worden opgesierd door vrijelijk zwevende gitaarklanken. De eerste van de zeven titelloze nummers spreidt een bedje van pulserende ambientbeats uit over een achtergrond van onregelmatig opduikende klikjes. Oldine lijkt voorzichtig te zoeken naar een solide basis waarover ze hun gitaarspel kunnen laten dartelen. Orgeldrones, zacht pulserende beats en andere ambientgeluiden regeren over het grootste deel van Bil Boquet. Het is alsof een stonede Tarentel aan het stoeien gaat met Enos ambientschatten. Een duidelijke gitaarmelodie wordt pas hoorbaar in het voorlaatste nummer. Een aandachtig oor is vereist wil je de subtiele waarde van Bil Boquet kunnen ontdekken. Stofzuigen, afwassen, de ramen lappen en andere activiteiten worden in combinatie met dit album ten sterkste afgeraden. Ontspan u, ga even liggen, doe uw ogen dicht en leer het album waarderen. Heeft u nog genoeg te doen en moet dat stofzuigen toch echt een keer gebeuren dan kunt u ook best zonder dit album. De keuze is aan u.