Thom Willems is een relatieve nieuwkomer in de elektronische muziek. Enemy In The Figure verscheen vorig jaar op het Accord-label (een sublabel van Universal Classics France). Het was pas zijn tweede productie. Een paar jaar daarvoor verscheen de dubbel-cd The Loss Of Small Detail. Beide schijfjes werden nauwelijks gesignaleerd.
Dat weinigen Willems platen opmerkten, heeft wellicht te maken met zijn achtergrond. De Nederlander werkt namelijk al vanaf het begin van zijn carrière, halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw, als componist/maker van elektronische muziek voor de Amerikaanse, in Frankfurt, werkzame choreograaf William Forsythe.
Forsythe geldt als een van de belangrijkste vernieuwers van de moderne dans. Hij maakt zijn stukken voor het Frankfurt Ballet. Vanaf het begin is Willems zijn (vaste) huiscomponist. Willems maakt de muziek voor Forsythes dansstukken, bewerkt er andere muziek voor, of bepaalt wat voor andere muziek er klinkt. Daarnaast heeft Willems weinig gedaan: muziek voor andere choreografen (zoals Krisztina de Châtel) en voor een enkele film.
Een deel van het succes van het werk van Forsythe heeft direct te maken met de muziek die erbij klinkt. Ik durf te stellen dat Willems elektronische muziek even baanbrekend is als de danswerken van Forsythe. Vandaar het belang van deze twee releases.
The Loss Of Small Detail begint krachtig met In The Middle Somewhat Elevated, een stuk uit 1987! Ook The Loss Of Small Detail is uit 1987. Het derde werk op dit dubbelalbum, het uit vier delen bestaande The Second Detail, is uit 1991.
Het zwakste deel van deze plaat is het ruim een uur durende titelnummer. De reden? Forsythe werkt in zijn choreografieën graag met meerdere elementen: video, acteurs, licht, aankleding, enz. Op The Loss Of Small Detail zijn er ook een aantal stemmen te horen, waardoor het lastiger is de muziek los te koppelen van het oorspronkelijke werk. Gebruiksmuziek noemde een collega van Willems het, en daar had hij gelijk in. Juist door de stemmen, het verhaal van de woorden, krijgt de muziek hier een dienende functie.
Beide andere stukken geven je Willems op zn best. Vooral In The Middle Somewhat Elevated is een klein meesterwerk, met grote uitschieters in het geluidsspectrum.
Enemy In The Figure biedt muziek van recenter datum. De plaat bevat drie stukken. Het titelstuk is uit 1989, Of Any If And is uit 1995 en Pas./Parts is uit 1999. De stukken verschillen inhoudelijk enorm van elkaar, maar, net als bij The Loss Of Small Detail en bij stukken die ik ken van het Frankfurt Ballet, zoals de absolute meesterwerken Impressing The Szar (1988), ALIEN A(C)TION (1992) en Eidos. Telos (1995, met Joel Ryan), zijn ze direct terug te voeren op één en dezelfde componist.
Enemy In The Figure laat Willems uitersten horen: veel zachte en (kei)harde passages. Of Any If And is bijna minimalistisch, niet in de zin van herhalingen, maar in de zin dat er maar weinig gebeurt. Het stuk lijkt te worden gespeeld op een orgel, al klinkt die (soms) wat anders. Pas./Parts is een maalstroom van klanken, soms bijna humoristisch: luister naar het chachacha-ritme aan het slot!
Het is moeilijk om te verhelderen wat Willems muziek zo uniek maakt. Het is zijn spel met enorme dynamiekwisselingen (de explosies horen letterlijk uit je speakers te spatten). Het is zijn geheel eigen gevoel voor melodievorming. Het is de bijna esthetische behandeling van elektronisch (en akoestisch) geluidsmateriaal. Het is zijn onorthodoxe ritmegebruik (soms aanwezig, soms ver te zoeken; terwijl er toch op gedanst wordt). En het is de wijze waarop hij een lange spanningsboog uitwerkt en weet te handhaven.
In het theater komt Willems muziek het beste tot zijn recht. In de huiskamer is een goede geluidsinstallatie een vereiste. En speakers die een groot volume aankunnen. Zorg ervoor dat je alleen bent, dat niemand last van je heeft en draai deze cds hard, heel hard.
Maar dan is het ook genieten.