Probleem met die Oosterse namen is dat ze zo moeilijk uit te spreken en/of te onthouden zijn. Deze keer doe je echter best wel wat moeite. Kamiyama is immers iemand die een paar decennia terug hits aan de lopende band produceerde in Japan. Hij kreeg een afkeer van alles wat met populaire muziek te maken had, startte een eigen label (God Mountain) en laat sindsdien zijn artistieke identiteit primeren. Normaal zal je zijn naam vooral als producer terugvinden. Onlangs nog voor de groep waarin zijn vrouw in actief is, namelijk Ex Girls. Deze keer staat hij zelf nog eens in de spotlights naast Bill Laswell op bas en Kiyohiko Semba op drums. Kamiyama’s elektronica klinkt zeer organisch. Een abstracte interpretatie van de fauna en flora met een sterk Oosters accent als het ware. In dit elektronische natuurlandschap laat Laswell zijn bas diep rollen. De warme tonen met een voorzichtig dubgeluid sluiten goed aan bij de organische etsjes van Hoppy. Meestal is zijn bas ondergeschikt aan het geheel. Vooral wanneer Kiyohiko gedreven rock structuren inzet, schikt hij zich hiernaar. Het totaalgeluid zit tussen jazz, dub en rock met een elektronisch randje. Vlotte grooves dus in plaats van geluidsbehang. Een instrumentale plaat kortom die goed zou staan tussen Spaceheads, wijlen Loop Lizard, Aphelion I-VI en de Dub Chamber reeks van Laswell. Afschuimen maar die importbakken.