Bassist Paddy Steer en gitarist/vocalist Tony Burnside hebben opnieuw een aantal muzikanten rond zich verzameld om een nieuwe plaat op te nemen voor Ninja Tune. Zij vormen de kern van Homelife, meer een collectief dan een groep, dat twee jaar geleden het avontuurlijke Flying Wonders afleverde. Het instrumentarium is als vanouds heel rijk: van banjo en glockenspiel tot triangel en cello. Graham Massey in een ver verleden medeoprichter van acid-house pioniers 808 state is weer van de partij op sax, klarinet en synthesizer. Het Aziatische wonder Seaming To mag opnieuw haar stem, als een kathedraal zo groot, laten horen. De doe-het-zelvers uit Manchester zijn niet vies van folk, latin en jazz, zelfs niet van pop, funk, oosterse en klassieke muziek en mengen die met moderne technieken tot een swingend geheel. De muziek van Homelife is al deze stijlen tegelijk, maar klinkt nergens geforceerd. Het klinkt vooral heel uniek, heel Homelife. Al is Gure Man Hubcap Lady op het eerste gehoor minder avontuurlijk dan zijn voorganger. De ritmes zijn minder tegendraads en ondanks de soms experimentele onderlaag, heel toegankelijk. Harder bijvoorbeeld, is pure popmuziek en April Sunshine lijkt op de desertrock van Calexico. A Casa is Homelife zoals we ze graag hebben: een beetje vreemd, maar met een vette groove. Maar ook zonder vette grooves mag de muziek er zijn. Het ingetogen Big Tree zweeft tussen oosterse folk en jazz met de heerlijke stem van Seaming To. Er zit zeker genoeg variatie in deze mooie plaat, maar waarschijnlijk zal ik vaker teruggrijpen naar Flying Wonders omdat die spannender was. Hopelijk heeft Homelife als 10(of meer)-koppige liveband niets van zijn avontuurlijke karakter ingeboet want dat was echt een belevenis. Als u een zaal heeft, moest u nu al aan het bellen zijn.