Halverwege 2004 kun je je een leven zonder Devendra Banhart haast niet meer voorstellen. Een enkeling had hem natuurlijk twee jaar geleden toen Oh Me Oh My uitkwam al ontdekt en sindsdien niet meer losgelaten, maar dit jaar is het echt raak. Met een harde kraak kwam de reizende dwaalhippie met het schitterende Rejoicing In The Hands aanzetten. Een revelatie: naakte, gekwelde kraakfolk geïnspireerd door zijn grote voorbeelden Vashti Bunyan en in mindere mate Donovan. Aardappels schillen achter een oude boerderij in Frankrijk met aan je zijde je vrouwtje die je geitenwollen sokken aan het stoppen is, was nog nooit zo hip. Niño Rojo is de opvolger van Rejoicing In The Hands. De albums horen bij elkaar, zijn achter elkaar opgenomen in dat oude huis van Michael Gira (Swans, Angels Of Light). Banhart geeft zijn magische kijk op de wereld prachtig weer met een intieme stem die kraakt van vreugdevolle emotie en hoop. Akoestische pracht gepaard met speelse emotie en een diep, diep gevoel voor muziek. Dit album gaat hand in hand met Rejoicing In The Hands naar de top van vele eindejaarslijstjes.