Vrouwen houden van Opera, zei hij. Ik weet dat het klopt en als het alsnog verkeerd loopt, leg ik vanavond Midrange op. Houdt ze ook van My Bloody Valentine en van mijn veelkleurige goudvis? Het is plan D, als werkelijk alles gefaald heeft, is dit de ultieme afslag. Mijn noodkreet, mijn eigen vals gezongen aria. Het is het klaverblad waarop ik vannacht verdwalen wil. Ironie is ons en Dykehouse vreemd. Michael Dykehouse debuteerde op Planet Mµ met het fantastische Dynamic Obsolesence, een gloedvolle elektroplaat die bol stond van inventieve zijstapjes en het genre stevig tegen de schenen stampte. Twee jaar later is hij terug met de ultieme shoegazer plaat Midrange. Gloedvolle popsongs, ijle zanglijnen en een stevige productie – opvallend omdat de plaat integraal op zijn slaapkamer werd opgenomen zijn de spelelementen. Midrange valt, hard en ongenadig tussen twee stoelen in. Productioneel scheert de plaat aan overdubs en zoevende synthesizers geen gebrek hoge toppen. Het staat in schril contrast met het tekstmateriaal dat amper kan wedijveren met het dagboek van een veertienjarige pukkelvolle tiener. Niet één tekstflard torent boven de middelmatigheid uit. Midrange bewijst vooral dat Dykehouse een fabelachtige producer is, maar als singersongwriter hopeloos te licht weegt. Een verhaal van plus en min, van kunde en onkunde, van verwondering en irritatie. Niet alles is Zen.