Het vierde album van dit New Yorkse trio gaat gewoon verder waar hun vorige plaat Absolutes ophield. Ze evolueren alsmaar verder weg van de noiserock waarmee ze initieel begonnen richting experiment. De rock is bijna helemaal verdwenen, ten voordele van industrial aandoende elektronische experimenten met hier en daar een aan primitieve no-wave-dans refererend baslijntje om de boel samen te houden. Deze keer is het album ook naar behoren geproduceerd, door ene Salara Lubelski, waardoor de geluidsbrij waar vroegere albums nogal eens aan leden, tot het verleden behoort. Elk instrument is perfect te onderscheiden en de vocalen zitten iets meer op de voorgrond gemixt waardoor ze bijna zijn te ontcijferen. Internal Compass benadert het dichtst het licht dansbare rockidioom. Het nummer combineert de spastische ritmes van de vroege Talking Heads onder de hoede van Brian Eno met de muzikale gekte van Six Fingers Satellite en kan best scoren op de zeer alternatieve dansvloer. Het merendeel der nummers is echter voer voor Wolf Eyes-adepten, die uitgebreid hebben genoten van Burned Mind. Bouwen met brokstukken, vernielen en weer ineen puzzelen, microfoongeplop veranderend in een beat, feedback in al zijn vormen en een onverschillige zanger, de bevreemding is overweldigend en fascinerend tegelijk. Burmese is een pot loodzwaar deeg van een volledig ander kaliber. Wie dacht dat vroege Swans of Eyehategod heavy doemrock presenteerden, dient deze een klein half uur durende plaat tot zich te nemen. Twee drummers en twee bassen waar bovenop sporadisch schreeuwerige zang valt te horen zijn de ingrediënten voor apocalyptische nummers over seksuele aberraties allerhande. Gooi Whitehouse en Sutcliffe Jugend samen in de studio en verplicht hen om dreunrock te maken. Politiek incorrect zijn ze toch al, dus dat is een voordeel. Repetitieve muzikale waanzin, intense geluidsmuren, donkerzwarte sfeer en een zanger die een combinatie is van Michael Gira en Kevin Martin, samen gezellig kotsend tegen de muur van een verlaten fabriekspand. Zwarter dan black metal en geproduceerd door Walter Weasel, die met de huidige bezetting van Flying Luttenbachers een groepslid deelt met dit zootje ongeregeld, is dit de logste plaat dit we in tijden hebben gehoord. De zes nummers tellende plaat wordt afgesloten met het ultrakorte Just Say Cunt, waarop Burmese zijn vertrouwde grindduivels nog eens loslaat. Ultieme plaat voor een highway to hell.