Toen Beat-Man, voodoo-opperhoofd en frontman van The Monsters, op tournee was in Brazilië, werd het voorprogramma meestal verzorgd door het Braziliaanse trio Thee Butchers Orchestra. Beat-Mans ver- en bewondering was groot. Hij had nooit verwacht dat het land van de samba en Sepultura-metal ook onvervalste punknroll voortbracht. Dat was dan buiten deze drie jonge knapen gerekend, die een mix van Howlin Wolf, Gories en JackO Fire een evidentie vinden. Elementaire rocknroll vermengd met een scheut blues en trash, geboren in de gevaarlijke straten van Sao Paulo. Gerenommeerd garagist Tim Kerr (Big Boys, Poison 13, Lord High Fixers en nog een hele zwerm anderen) werd ingevlogen om de productionele leiding in handen te nemen van wat de derde cd van de band zou worden. Eerdere platen verschenen op Estrus en No Fun, wat al een indicatie geeft van het resultaat: prima garagepunk met bluesy- en psychoaccenten die garant staat voor een wild feestje. Ruiger dan carnaval wellicht, met minder wulpse dames, maar met betere muziek.