Purper is de kleur van het glooiende waterlandschap op de hoes van Virthulegu Forestar. Het suggereert beweging en het staat in schril contrast met het muzikale stuk dat Jóhannsson, deelgenoot in Apparat Organ Quartet en bezieler van Kitchen Motors, ons op zijn tweede soloplaat brengt. Statig en met vaste hand leidt de Ijslander ons binnen in zijn muzikale biotoop. Met Spartaanse discipline herleidt hij de mogelijkheden van het elfkoppige The Caput Ensemble (blazers, klokkenspel, piano en orgel) tot een strikt muzikaal minimum. De met zorg opgebouwde patronen zijn gedrenkt in een sfeer van weemoed en traagheid. Virthulegu Forestar munt uit in eenvoud en zoekt zijn plaats tussen klassiek, drones en een experimentele soundtrack. Vaak lijkt het alsof Virthulegu Forestar niets meer is dan een lang uitgesponnen versie van Also Sprach Zartustra. Een vaag eerbetoon aan Strauss, een vingerwijzing naar Arvo Pärt of een eigen interpretatie, een zoektocht naar de mogelijkheden van modern klassiek? De antwoorden zijn onbekend, wat rest is de muziek. Virthulegu Forestar is een magistraal werkstuk en ondanks de eenvoud, een werk dat slechts na verschillende luisterbeurten zich in al zijn rijkdom toont. Een uitzonderlijk rustpunt dat niemand onbewogen laat en net daarom ook een plaat buiten categorie.