James Tenney – Postal Pieces

The Barton Workshop, een internationaal samengesteld ensemble dat opereert vanuit Nederland en dat onder leiding staat van de Amerikaanse trombonist James Fulkerson, is min of meer gespecialiseerd in wat je de New York School zou kunnen noemen. Daartoe behoren componisten als John Cage en Morton Feldman, aan wie het ensemble diverse projecten wijdde, die ook op cd werden uitgebracht. Ook Chistian Wolff, van wie de dubbel-cd ‘(Re):Making Music – Works 1962-99’ verscheen, behoort daartoe. Dat The Barton Workshop zich niet wenst te beperken, bleek al eerder uit cd’s van de Russische componiste Galina Ustvolskaja en de Amerikaan Frank Denyer (tevens lid van The Barton Workshop). En nu weer uit het dubbelalbum ‘Postal Pieces’ van de Canadees/Amerikaan James Tenney. Dat beide componisten –Wolff en Tenney- in hetzelfde jaar -1934- werden geboren, is verder toeval. In ieder geval zijn ze inhoudelijk onvergelijkbaar.
Tenney behoort wel en niet tot de top van de Amerikaanse gecomponeerde muziek. Wel, omdat zijn oeuvre zo origineel en bijzonder is dat het dat verdient. En niet, omdat hij zijn oeuvre vanuit de zijlijn van de muziekpraktijk heeft vormgegeven, zodat bijna niemand hem kent. Tot voor kort was hij een composer’s composer, die daarnaast vooral gezien werd als een belangrijk theoreticus en pionier op het gebied van computermuziek en afwijkende muziekstemmingen. De laatste jaren begint daarin verandering te komen. Al gaat dat langzaam.
Wellicht biedt de release van ‘Postal Pieces’ een kans tot een grotere bekendheid. Tenney schreef zijn ‘Postal Pieces’ tussen 1965 en 1973. Pas met deze release op het label New World Records zijn ze samen op één (dubbel)album te beluisteren.
De ‘Postal Pieces’ zijn een serie van elf korte werken, geprint op postkaarten. Elke kaart bevat een complete, veelal minimaal uitgewerkt stuk voor solisten (zes stukken) of een klein bezet ensemble (vijf stukken). Elk stuk kun je zien als een meditatie over muzikale premissen, zoals akoestiek, vorm en bezetting. Vaak lijkt er weinig te gebeuren, zoals in ‘Having Never Written a Note for Percussion’ uit 1971. Tenney schreef dit stuk zonder ooit eerder iets voor percussie-solo te hebben geschreven. Daardoor heeft het iets weg van een ontdekkingstocht. Percussionist Thomas Liebezeit laat in deze solo uiteindelijk een bekken zinderen tot je oren ervan tuiten: een overweldigende belevenis. Vergelijkbaar daarbij blijft de contrabassolo “Beast” een mysterieuze ervaring. Het bijna drie kwartier (!) durende ´August Harp´, uitgevoerd door harpiste Ulrike von Maier, biedt ook zo´n avontuur, al was het maar om de Morton Feldman-achtige aanpak, waarin bijna niets lijkt te gebeuren, maar waarin het ondertussen hevig broeit.
Zoals de titel al aangeeft, beslaat de muziek op ‘(Re):Making Music – Works 1962-99’ een periode van 37 jaar. Componisten veranderen/groeien. Zo ook de in 1999 overleden Christian Wolff. De vroegste werken zijn vaak grafische partituren: de uitvoerders moesten die zelf interpreteren annex vormgeven. Een vorm van semi-geïmproviseerde muziek dus. In de latere werken verliet Wolff deze aanpak en schreef hij zijn partituren meer uit. Hij ge- en misbruikte zelfs bestaande protestliederen als basis voor zijn eigen werk. Op ‘(Re):Making Music – Works 1962-99’ staat daarvan twee fraaie voorbeelden: ‘Peace March 1’ (ondertitel: ‘Stop Using Uranium’) voor fluit en ‘Peace March 2’ voor fluit, klarinet, cello, piano en percussie. Of ik haal het origineel er niet uit, of ik ken het origineel niet. In ieder geval klinken beide stukken fris, nieuw en ontwapend simpel en catchy.
Het persbericht bij de release van Wolffs album rept van ‘folk music of the future’. De reden: het gebruik van bestaande liedjes, en invloeden van Amerikaanse en Ierse (volks)muziek. De ´Three Pieces´ op de tweede cd laten dit goed horen.
Het resultaat is vaak verrassend naïef, puur en oorspronkelijk, zoals de ´Violist Pieces´ (gespeeld door Marieke Keser’). Je zou het ‘nieuwe muziek voor een nieuwe generatie’ kunnen noemen, voorbijgaand aan rigide stilistische luistergrenzen. Muziek voor luisteraars die ondanks de muzikale hersenspoeling die ze dagelijks krijgen, openstaan voor iets wat simpelweg andersis en een uitdaging vormt. Het pleit voor The Barton Workshop dat ze zich juist voor deze muziek (en die van Tenney) zo inzetten.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!