Rodney Smith is zonder twijfel één van de meest getalenteerde rappers die Engeland rijk is. Dat bewijst hij opnieuw op dit derde, zeer sterke album voor Big Dada. De wortels van Roots Manuva liggen in dub en reggae, zoveel is duidelijk. Je hoort het meteen op de openingstrack ‘Mind 2 Motion’, maar vanaf het titelnummer weet je dat Smith met beide voeten in het heden staat en vliegt de elektronica je om de oren. Net als zijn illustere voorgangers op Jamaica, experimenteert hij graag met allerlei freaky geluidjes, gelukkig zonder daarin te overdrijven. ‘Chin High’ lijkt wel een lost track van Plaid, terwijl het zeer mooie ‘A Haunting’ een soort reggaejazz is. Dit nummer is trouwens één van de drie waarvoor hij de hulp inriep van Easy Access Orchestra, zeg maar de blazersectie van The Herbaliser. Waar de meerderheid van de Amerikaanse rappers van over de oceaan altijd een leger collaborateurs laat aanrukken, is EAO één van de weinige hulpjes die Smith voor dit album heeft geduld. Een andere is labelgenoot Lotek op het relaxte ‘Move Ya Loin’. En dat is het zowat. Roots Manuva heeft zijn eigen stijl ontwikkeld: een kruising tussen hiphop, dub, dancehall en elektronica, die hij perfect beheerst. Zijn succes dankt hij ook aan die prachtige, in-donkere stem natuurlijk. De teksten op Awfully Deep beschouwen het leven (“sometimes I hate myself/sometimes I love myself”), maar zijn nergens prekerig of pretentieus. In een interview vroeg iemand hem waar de titel van het album naar verwijst. Zijn antwoord was: “That’s just me”. Geloof hem maar.