To All Things What They Need

Gerald Simpson denkt niet in stijlen en namen. De ‘sound’ van de muziek staat bij hem voorop. Met zijn geluiden bouwt hij sferen die dwars door de vaste patronen van de elektronische dansmuziek heen gaan. In de jaren 1980 staat zijn vrije manier van denken hem toe de rapgroep The Hit Squad om te vormen in een collectief dat acid house maakt. Samen met Martin Price, de eigenaar van de oefenruimte van zijn groep, richt hij 808 State op. Price levert de concepten en beelden, Simpson en Graham Massey de muziek. Ze noemen zich naar de drummachine Roland 808 en de ‘state of mind’ die ze samen delen. Het album ‘Newbuild’ is het eerste succes van de groep. Later volgt de hit ‘Pacific State’ waarna Simpson als A Guy Called Gerald verder gaat. In zijn nieuwe rol laat hij zich niet beperken door de grillen van de Engelse dansscène. Hij geeft ze vorm. Zijn album ‘Black Secret Technologie’, waarop hij samenwerkt met Goldie en Finley Quaye, bepaalt de standaard van een nieuwe stroming. Drum & bass heette daarvóór nog jungle. Ook op zijn nieuwe album ‘To All Things What They Need’ ontbreken de grenzen. Het album luistert als een ware geluidscocktail. In het beatloze nummer ‘American Cars’ combineert A Guy Called Gerald het beste van dub met de clickjes en bliebjes uit de Duitse Clickhouse. De Britse producer heeft goed geluisterd naar wat er in zijn woonplaats Berlijn gemaakt wordt. Het nummer zet de textuur en atmosfeer neer voor de nummers die volgen. Maar steeds opnieuw worden ze ingevuld met andere ritmes en geluiden. Het absolute hoogtepunt is ‘Strangest Changes’ waarop Finley Quaye de zang voor zijn rekening neemt. In ‘Millenium Sanhedrin’ licht Ursula Rucker een tipje van de sluier op van Simpsons inspiratie: “I am inspired by being uninspired.”

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!