Je moet van goede huize komen, wil je je wagen aan een samenwerking met Bonnie Prince Billy alias Will Oldham. De man is een raadselachtig fenomeen en zijn eigenzinnigheid heeft menig dappere journalist in verwarring gebracht. Matt Sweeney die met Zwan zijn status in een keer om zeep leek te helpen, nam de uitdaging niettemin aan en het gevolg, Superwolf stelt zeker niet teleur. Oldham vroeg Sweeney om zelf een aantal nummers te schrijven waaraan de troubadour dan zijn teksten zou koppelen. Nieuwe Bonnie-fanaten opgepast; Superwolf is van een andere categorie dan Bonnie Prince Billys verstilde meesterwerkjes Ease On Down The Road en I See A Darkness. Vorig jaar liet hij zijn andere, meer op de Nashville traditie gestoelde countryinvloeden al doorschijnen op Bonnie Prince Billy Sings Palace Music waar hij oude nummers overgoot met een orchestrale countrysaus. Samen met Sweeney geeft hij zijn in raadsels gehulde ziel bloot onder een hemel van spaarzame en rauwe gitaarklanken. Minder persoonlijk en daarom misschien ook minder aangrijpend dan bijvoorbeeld zijn laatste Bonnie album, Master And Everyone. Oldham voorziet zijn teksten op Superwolf van een fantasieprikkelend laagje raadselachtigheid. I have often said / that I would like to be dead / in a sharks mouth zingt hij op zijn typische, breekbare manier tijdens het schitterende My Home Is The Sea, samen met Beast For Thee en Bed Is For Sleeping één van de hoogtepunten. In het donkere, acht minuten durende Blood Embrace twijfelt hij openlijk aan zijn vermogen om zijn geliefde aan hem te binden (Does she test me / does she know / that I would sooner turn and go / but fight another / if thats what she had me do). Sweeney’s akoestische spel sluit mooi aan bij de fragiele stemmingen van Oldham. Superwolf is de middenweg tussen Palace en Oldhams solo werk. Een mooie samenwerking met veel donkere momenten, typisch Oldham dus.