Het is je wellicht al vaker overkomen, je luistert naar de nieuwste schijf van deze of gene artiest en je denkt bij jezelf: “waar heb ik dat nog gehoord”. Het is niet anders bij het Texaanse drietal Spoon. Bij de eerste noot die zanger Britt Daniel zingt is het al duidelijk: John Lennon moet een van hun grote voorbeelden zijn. De rauwheid van de stem en het timbre doen denken aan het solowerk van de ex-beatle. Ook Stereophonics lijken nooit ver weg. Dat betekent niet dat de band een complete rip-off is van zijn voorbeelden. Ze maken nummers die er staan en die best wel leuk zijn om een hele plaat naar te luisteren. Maar daar houdt het ook bij op. Hun nummers zijn te braaf opgebouwd en verrassen niet genoeg. Hier en daar vertoont de muziek subtiele stuiptrekkingen die het geheel net wat interessanter maken: een klein gitaarsolotje of een keyboardstuk dat op de voorgrond geplaatst wordt. Op hun vorige plaat kon Spoon nog de reïncarnatie zijn van Papas Fritas, met uptempo popnummers waar het keyboard centraal stond. Op Gimme Fiction zijn keyboards veel minder op de voorgrond aanwezig. De plaat klinkt dan ook veel minimalistischer. Sommigen zouden beweren dat de band met die evolutie een stap naar volwassenheid heeft gezet. Geef mij dan maar dat puberalisme.