Bent Hemlock

Het vierde album van Salamander brengt de groep een stapje verder weg van zijn aan dronerock verwante psychedelica ten gunste van het singersongwriteridioom. Het is even wennen maar het kwartet houdt vast aan zijn improvisatietalenten om ook in deze setting heel verrassend uit de hoek te komen. De sfeer is duister, de liedjes zijn veelal akoestisch getint qua instrumentatie en de folkinvloed krijgt een steeds prominentere rol toebedeeld. Deze koerswijziging hoeft niet echt te verwonderen. Een band die zowel pychedelica, folk als geïmproviseerde spacerock brengt, dat moeten wel liefhebbers van bloemen en teensletsen zijn. Wij vinden het dan ook schitterend om met ons zware bottines ons voeten ‘per ongeluk‘ verkeerd te plaatsen. ‘Galleon’ is het intrigerende openingsnummer waarin het elfjarige schepseltje Madeline Westby hemels kinderlijke vocalen tentoonspreidt. Op de rest van de plaat nemen de heren het roer weer volledig zelf in handen. Hun eigen stemmen klinken heel wat alledaagser waardoor de nummers gewoontjes gaan klinken. Veel van die liedjes neigen heel erg naar Current 93, al is de toon minder apocalyptisch. Meer Madeline volgende keer graag. Nu Hawkwind weer actief is in een bezetting met vier originele leden, weliswaar onder de noemer Space Ritual, kan ook old school psychedelica weer, getuige de plaat van het Zweedse The Works. Alle leden hebben een conservatoriumopleiding genoten en bespelen elk op zich een resem instrumenten. De kans dat de band progrock zou brengen was meteen relatief groot. En inderdaad, veel Jethro Tull in een Pink Floyd-kleedje met invloeden van The Who en >b>Small Faces om niet helemaal belachelijk over te komen. The Works linken aan Dungen is een makkie. Andreas, die bij The Works zingt en de gitaar hanteert, vergezelt Dungen op tournee alwaar hij de bas bespeelt. Het gros van de Dungen-leden werkte dan weer mee aan het debuut van The Works, maar dat willen ze liever niet geweten hebben. Na het relatieve succes van ‘Ta det Lugnt’ brengt Subliminal Sounds het vroege werk van Dungen opnieuw uit. Drie tracks zijn het, telkens opgedeeld in vier, vreemd genoeg niet in elkaar overlopende fragmenten. Krakerige zang en een waaier aan instrumenten creëren een hippiefolksfeertje, inclusief hoofdbanden en sluik haar. De in aanzet experimenteel klinkende psychedelische folk verzandt al snel in traditioneel sixtiesgekweel waar ondergetekende een immense hekel aan heeft. De meningen over ‘Ta det Lugnt’ waren verdeeld, ik vond er geen biet aan, en dat zal ook zo zijn voor dit vroege werk. Bovendien lijken de nummers voor deze plaat bijeengesprokkeld en is er geen lijn in terug te vinden. Overschotjes lijken het wel, en daar nemen we geen genoegen mee. Uit Denver, Colorado komt de singer-songwriter annex multi-instrumentalist Patrick Porter aanzetten met zijn nieuwe cd. Samen met zijn vriendin is hij pas verhuisd en in de buurt van hun beider nieuwe stek bleek een opslagplaats van het Leger Des Heils te zijn, alwaar veel mensen na sluitingstijd nog wat rommel aan de deur kwamen dumpen. Tussen die vele rommel ontdekte Porter per toeval allerlei muziekinstrumenten die hij allemaal gretig aanwendt in zijn versie van deconstructieve folk. De uitdaging voor Porter was vooral het maken van mooie, ingetogen muziek met wat anderen hadden weggegooid. Verrassenderwijs vond de man niet alleen gitaren en een casio, maar zelfs een Kimball-orgel! Zijn stem mag dan wel typisch sixties klinken, de geluiden die de man weet te produceren zorgen ervoor dat de aandacht nergens verslapt. Het klinkt soms een beetje teveel als Nick Bensen of Bevis Frond naar mijn persoonlijke smaak, maar voor liefhebbers van licht psychedelische folk met een experimenteel randje is dit een aan te raden schijfje.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!