Evenmin als DJ Spooky steekt Mike Ladd zijn literaire bagage onder stoelen of banken. Ladds muzikale inspiratie ligt niet op straat, maar bij outsiders als Divine Styler, de Sun Ra van de hiphop. Durf en experiment zijn sleutelbegrippen in een discografie die mijlenver verwijderd is van het ongebreidelde kapitalisme dat hiphop tot de nieuwe popstandaard heeft gemaakt. Op deze behoorlijk ambitieuze conceptplaat centreert hij zijn bespiegelingen rond een boek van de Jamaicaanse kunsthistorica Archer-Straw waarin de ambiguë relatie tussen zwarte muziek en de blanke Europese intelligentsia wordt onderzocht. Zoals veel onbegrepen en tot de bedelstaf veroordeelde Afro-Amerikaanse jazzartiesten voor hem heeft Ladd zich tegenwoordig gevestigd in de Lichtstad. Globalisering en exotisme, identiteit versus racisme en hiphop als krachtige wereldtaal die jazz op punten klopt, zijn de themas waar hij mee worstelt. Hiphop met jazz als bronmateriaal, het is geen nieuwigheid. Ladd prefereert de moeilijke weg van pure collaboratie. Live ingespeelde jazzcomposities (piano, drums en blazers) worden bewerkt en versneden, waardoor de muziek aan urgentie wint. Zo wordt een rusteloos, genrevervagend landschap van instrumenten, samples en raps gecreëerd. Tekstueel horen we niet zozeer de dystopische verhalenverteller, maar veel verbaal gegoochel uit de recente (kunst)geschiedenis. Het is een gedurfde fusie die niet altijd de honger stilt: Ladds gebalde interventies zijn te beperkt in aantal waardoor enkele instrumentale nummers aan spankracht en focus missen. Een provocatief muzikaal huzarenstukje dat evenveel vragen oproept als beantwoordt.