De laatste Folk Implosion hebben we gemist, en van Sebadoh hebben we al zo lang niets meer vernomen dat we vrezen dat de groep aan de beademingsmachine ligt, maar wanneer Lou Barlow met nieuw solowerk komt aanzetten, hebben we er meestal meteen zin in. Hij mag dan al lang niet meer vernieuwend zijn, Barlow blijft één van die grondleggers van de lo-fi waar je op kan rekenen als je om een verse lading grienliedjes verlegen zit. Grootste verschil met Loobiecore van een paar jaar geleden is dat Loobie ondertussen tot protools bekeerd is. En dat betekent: geen eerste takes meer, maar het beste van een aantal viertracksessies, op de computer tot een helder geheel gesmolten. Een instantklassieker van hetzelfde gehalte als None Of Your Goddamn Business van Loobiecore valt er op Emoh niet te rapen, maar Imagined Life komt erg dicht in de buurt en Legendary is solo-Barlow van de beste soort, compleet met loepzuivere melodie en debiele drumcomputer. In dezelfde categorie is Royalty een behoorlijk indrukwekkend cynisch afrekenlied en Caterpillar Girl had met zijn repetitieve groove dan weer best op een akoestische Folk Implosion-plaat gekund. Maar ons meest favoriete fragment Barlow-nieuwe-stijl is toch wel het moment in Puzzle (144), wanneer Spaanse gitaar en cello mekaar heerlijk veel ruimte laten in een stukje kamermuziek voor gevorderde slackers. En zoiets hadden we dus nog nooit gehoord op een plaat van Barlow. Conclusie? Welaan dan: Lou Barlow zonder ruis, het was even wennen, maar hij blijft absoluut de moeite én uw vijftien euro waard.