Collega-recensenten gewaagden van een bijzonder harde noot om kraken; een taaie tante van een plaat waarvoor je maar beter een weekje vrij kan nemen om r te doorgronden. Nu, wij hebben niet bijzonder lang doorgestudeerd, maar het enige waar wìj na onze eerste luisterbeurt konden opkomen was Opnieuw! Nu! Op een luidere stereo!. De nieuwe Millionaire is géén plaat geworden waarop de jongens willen bewijzen hoe breed hun platenkast wel gaat maar wel ééntje waarop ze – pink en wijsvinger de lucht in! – hun loeiharde zelf zijn. De pop,funk en psychedelica zijn niét verdwenen, maar zitten dit keer in perfecte doses in de verdomd heavy en bij wijlen bijzonder freaky stadscore gemengd. Im on a High trapt – keihard en zonder kloppen, dat spreekt – de deur in: wat sputterende elektronica, een bloedhond van een rif waarvan we ons afvragen waarom ie niet eerder geschreven is en mokerslagen van drums: Millionaire wordt stilaan een genre. For a Maid, met zijn PJ Harvey (anno Rid of Me, toen Polly nog écht gevaarlijk was) -achtige falsetto en We dont live there anymore – elastieken bas en vraag-en-antwoord-grunt! – herinneren nog het meest aan de Millionaire van Outside the Simian Flock. Rise and Fall is gestoeld op het genre spooky riff dat we ook wel ns bij de Evil Superstars hebben weten opduiken: Vanhamel heeft m geperfectioneerd en er en passant een paar handclaps onder gemonteerd. Schoon! Maar hét sleutelnummer van Paradisiac heet Street Life Cherry. Op een even simpele als verslavende dreun klinkt het We gotta stay away from the streetlife cherry. Sinds die eerste luisterbeurt dwalen wij nacht na nacht de straten van Antwerpen-Noord af, op zoek naar een dealer die Streetlife Cherry op zijn menukaart heeft staan. Héél soms keren we terug naar ons hol, voor wat yoghurt en een nieuwe luisterbeurt. Op het psychedelische Ballad of Pure Thought na, wordt ons geen moment rust gegund, totdat, na A Face that doesnt Fit (met voorsprong de heerlijkst losgeslagen pokkeherrie van de laatste twaalf maanden, en waarschijnlijk blijft dat zo tot de nieuwe Lightning Bolt) zes minuten welgekomen stilte volgen. Waarna de hidden track Nocturn het er nog één keer stevig intrapt: Paradisiac is een plaat die stinkt. Naar jongenszweet, te veel cocktails en meisjesondergoed, bijvoorbeeld, maar meer nog stinkt ze naar die zondagmiddagen waarop je wakker wordt met vleeswonden waarvan je de oorsprong te raden hebt. Misschien heb je wel gevochten, waarschijnlijk ben je gewoon overal tegenaan gelopen, maar zeker is dat je morgen een ziekenhuis opzoekt om je op alle moderne ziekten te laten testen. Die stank en dàt gevoel, en voor één keer is het heerlijk.