De groepsnaam verraadt meteen hun afkomst. Enkel postmoderne Japanners met die bijzondere cultuurfilter weten voor de dag te komen met een dergelijk banier. Na een gezamenlijk verleden in grindcoregroepjes werd de platenkast duidelijk uitgebreid. Hun tweede album is een onversneden lofzang op progressieve rock, weliswaar gebracht met de gebruikelijke punky gotspe. Wordt prog de nieuwe cool? Denk Radiohead, Mars Volta en Liars of zelfs Meshuggah en de maskers vallen af. Deze jongens gaan het eerste half uur drie nummers, welja onvervaard voor pure freakout. Voor de slechte verstaanders: smerige powerpsych met bloedende vingers en zwaar gefrituurde riffs: King Crimson en Blue Cheer in de gehaktmolen. Zal er voor de heren wellicht een therapeutische werking zijn uitgegaan, ons bezorgde deze overdosis kleefrijst na afloop een hardnekkige constipatie. Afsluiter A Day In The Planet Orange is van Grateful Dead-proporties. De contemplatieve acidfolk laat weer wat licht binnen, maar verhardt gaandeweg tot een inspannende metalen bluestraining die wij onwillekeurig associëren met een overvloedig transpirerende Rollins Band. Vriendelijk verzoek om in het vervolg de krachten te doseren.