Samen met het schitterend genaamde Intellectual Drunk Records brengt Strange Attractors het lang verloren gewaande debuut van het uit Seattle afkomstige Kinski opnieuw uit. Dit debuut werd door de groep zelf opgenomen en uitgebracht in 1999 toen ze nog een trio waren, op zoek naar een eigen geluid. Ze mengen er hun liefde voor shoegazerpop met ongebreidelde drones en voorzien hun nummers van spaarzame en gelukkig nergens storende vocalen. De cover van Losing Touch With My Mind is enerzijds weinig verrassend in het Kinski-universum, maar anderzijds slaagt de band erin de track spacier en nog zweveriger te maken dan het origineel al was. De oorspronkelijke plaat werd aangevuld met de allereerste demo van Kinski, waaronder een vroege versie van de track Daydream Intonation die in een herwerkte en nog meer aan Sonic Youth refererende gedaante opduikt op Be Gentle With The Warm Turtle. Verrassend aan het tweede album, daterend uit 2001, is dat de heren alle vocalen hebben uitgebannen. Behalve het openingsnummer en de afsluitende track, waarop ingetogen wordt gemusiceerd, gooit de band, inmiddels een kwartet, op de overige vijf nummers alle remmen los. Deze plaat klinkt ons in de oren als hun creatieve hoogtepunt met een muzikale kruising tussen Mogwai en Acid Mothers Temple, een geluid en een kracht die Kinski op zijn latere platen niet meer zou evenaren.