De hoes van Melt Inside is afzichtelijk. Een typisch geval van doet de muziek vast geen goed. De basis is vies grijs, met rechtsboven en rechtsonder twee witte vlakken waarin, in het meest fantasieloze letterfont, Yellow6 en Melt Inside staan. Daarover een gele lijn (yellow, duh) en een grote foto van een doorsnee achterbuurtstraat (met ingegooid raam) waar Yellow6 op de muur is gespoten. Leuk vakantiekiekje, niet echt symbolisch voor de atmosferische postrock die op Melt Inside staat. Maar goed, hoor ik u denken, wat voor muziek is het nou, meneer de recensent, en vooral, is het goed? Ik zal alvast verklappen dat het bijzonder goed is, als je tenminste geduld hebt, en je ogen dicht kunt doen zonder in slaap te vallen (in tegenstelling tot mij). Jon Attwood gebruikt zijn gitaar niet als de gierende rock n roll aanjager waar hij ooit voor bedoeld was, hij schept er een waaier aan langgerekte Labradford drones mee, tergend langzaam zichzelf ontvouwend. Allemaal omlijst met de spaarzame vocalen van zangeres Ally Todd. Zo beland je in een slowmotion versie van Slowdive op As Seen from Above, of in een onderwater hypnosesessie van Rachels tijdens Pacific Rough en een dromerige Portishead minus de triphopbeats in Between Two. Sfeervol genieten dus, maar alleen voor mensen met een lange adem, een heel lange adem.