Mudboy betitelt zijn plaat dan wel als zijnde folk, maar daar is niets van aan. Tenzij we natuurlijk de muziek van mensen als Charlemagne Palestine en regisseur annex componist John Carpenter als folk zouden bestempelen. Mudboy (Raphael Lyon) maakt klanken met zelf in elkaar geknutselde elektronica, nostalgisch ogende keyboards en een rist aan omgevingsgeluiden die allen tezamen het aangepaste kerkorgel dat als hoofdinstrument wordt gebruikt, van bijgeluiden voorzien. De geproduceerde drones zijn niet enkel meeslepend repetitief, ze zijn tegelijk angstaanjagend maar dan op een eerder subtiele manier. Atmosferische muziek produceren voor Halloween, met een Japanse horrorfilm die zich voor het raam afspeelt in plaats van via de televisie, Mudboy kan het perfect. Het komt des te bevreemdender over als plots spaarzame beats opduiken, zo halfweg de plaat, en die perfect in het geheel blijken te passen. Zeer verslavende plaat trouwens, zowel voor liefhebbers van soundtracks van het betere soort of voor wie Terry Riley te oud en te minimalistisch blijkt te zijn. Uton aka Jani Hirvonen koppelt al dan niet elektronisch opgewekte drones met snarengepluk dat zowel akoestisch als uitermate noisy kan zijn. De man is daarenboven net als het Vlaamse Funeral Folk-collectief bezeten van fluitjes, bij voorkeur de blokfluit, om zijn klankenpalet die extra storende annex urgente factor mee te geven. De opnames die werden verzameld voor dit pakketje van drie cds dateren voornamelijk uit de periode 2002-2003 en verschenen eerder in heel beperkte oplage op cdrs op labels als Humbug en Jewelled Antler. CD 1 bevat de Taman Ganan Jalkeen-plaat (eerder op Haamumaa, 2002), waarop rust, stilte en sfeer de hoofdmoot vormen, middels eerder ingetogen freefolk. CD 2, met de nadruk op Mika Kasvaa Maan Gisalla (Hammasratas, 2003), is heel wat noisier van toon. De elektrische gitaren worden uitgebreid gemarteld, de rust is verdwenen, de wouden fluisteren niet meer maar maken omstandig van hun neus. CD 3, met het pareltje Ay Um Au Lam (Jewelled Antler, 2003) alludeert vooral aan het werk op het eerste schijfje, al is de variatie groter en zijn de drie nummers afkomstig van Buddhamanta onvervalste, superieure drones. Wat onuitgegeven tracks completeren elk schijfje, wat dit tot een massieve voorstelling van het werk van Uton maakt. Free Forest Jams zou je Utons muziek kunnen noemen. Elk woud heeft zo zijn eigen leven, geluid, aaibaarheid of net niet, waarbij het geschraap, gefröbel, de spaarzame zang, hoorns, speelgoedliedjes, intieme of lawaaierige drones, en veel psychedelisch gedroom de dienst uitmaken. Een Fin en zijn ongerept woud, het is meer dan elk Blair Witch Project ooit kan bieden. Area C is ene Erik Carlson die, wars van alle trends, een geslaagde mix maakt van Labradford en de legendarische Frippertronics van Robert Fripp. Een Farfisa-orgel, gitaarloops en een buslading effecten, meer heeft de man niet nodig om zijn verslavende motiefjes in elkaar te vervlechten. Hij werkt veelvuldig samen met Joel Thibodeau (Death Vessel), Jeff Knoch (Urdog) en Frank Mullin, maar of dat ook voor deze cd het geval is, is niet duidelijk. Wel lijken deze heren, vooral afkomstig uit Rhode Island, Providence, een muzikantengroepje op zichzelf te vormen. Zo nam Carlson zijn live-plaat Haunted Cobblestone (Free Matter 4 The Blind, 2004) op bij Mudboy thuis, met het raam open om de stadsgeluiden mee in zijn muziek op te nemen. Larsons muziek is zeker niet alledaags, maar bevat een aantal tracks, waaronder zeker Squall (2), die dagenlang in je hoofd blijven doorfripperen.