De twee nominaties voor de Grammy Awards, beste dancesingle en beste danceplaat van het jaar, bevestigden in 2005 de absolute doorbraak van LCD Soundsystem en het DFAlabel. Voorlopig lijkt het er niet op dat de storm/de hype snel zullen gaan liggen. Ondertussen maken we als volleerde boekhouders een tussenbalans op, een boekhouding die zonder enige opsmuk schitterende resultaten aflevert. Niet alleen slaagde het label rond James Murphy er in om de grote verwachtingen soepel in te lossen het bewijst met de recente releases kwaliteit te kunnen koppelen aan eigenzinnigheid. Wie dacht dat DFA de ultieme reïncarnatie is van de New-York post punkdiscoscène gaat voorbij aan het feit dat het label al enkele jaren onderdak biedt aan stadsgenoten Black Dice. Zeven jaar na hun ontstaan en na omzwervingen op labels als Gravity, Troubleman Unlimited en Fatcat lijkt de band op DFA hun vaste stek en geluid gevonden te hebben. Broken Ear Record is een loeiende, compromisloze, slijpende geluidsorkaan. Het is ook de plaat waarmee de band weer richting geeft aan het onaardse geluid waar ze haast het alleenrecht op hebben, iets waar ze op een eerder ontgoochelende Creature Comforts niet altijd in slaagden. Met Broken Ear Record vindt de groep weer aansluiting met hun voorlopige magnus opus Beaches & Canyons. Toch is het vooral de debuutplaat van Delia Gonzalez & Gavin Russom die voor een frisse wervelwind zorgt. Het duo, eerder ook al actief op DFA onder het alter ego Black Leotard Front, refereert op The Day Of Mars naar de prille beginjaren van de synthesizer. De echos en de verwijzingen naar Kraftwerk en Vangelis dwalen als een geest rond. Analoge ritmes worden eindeloos in repeatmode geplaatst en minutieus bijgestuurd. Days Of Mars krijgt op die manier de allure van een hypnotiserend, bedwelmend epos dat het niet moet hebben van overdadige productietechnieken maar vooral beklijft door de heel eigen sfeer en de treffende eenvoud. Om het succesjaar goed af te sluiten, mixten labelmanager Tim Goldsworthy en Tim Sweeney alle singles van 2005 aan elkaar tot de Holiday Mix 2005. Ook hier kiest men bewust niet voor de hapklare, radiovriendelijke versies, maar selecteerde men versies waar een scherp randje aan zit. Vladislav Delay, hier onder zijn clicks&cutsvermomming Luomo bijt de spits af met een sublieme bewerking van Black Dice hun Smiling Off, ook Rubn Tug, in 2005 een bescheiden sensatie, klaart een uitstekende klus met de remix van Too Much Love. Het zijn de Belgen van Soulwax die de plaat gepast afronden met hun interpretatie Daft Punk Is Playing At My House, de grootste klassieker uit de labelcatalogus. Er is moed voor nodig om je niet te laten vangen in het keurslijf van je grootste hits. DFA slaagt er wonderwel in om, wars van trends of hypes een eigen parcours te rijden en aan het einde van de rit, haast tegen beter weten in, zelf de hype te zijn. Klasse.