Maher Shalal Hash Baz is sinds het midden van de jaren 1980 het project van cultfiguur Tori Kudo, die benevens zijn vrouw Reiko, zowat de enige constante is binnen dit experimentele collectief. Zijn muziek is voornamelijk gebaseerd op het begrip spontaniteit, waardoor hij veelal amateuristische muzikanten prefereert boven professionals. Guy Blackman, baas van het Chapter-label, nam toevallig het eerste concert van Maher Shalal Hash Baz dat hij zag op, en het resultaat is deze minicd. Vreemde woordspelletjes, intrigerende soundscapes, een track gebaseerd op de Waltz No.3, Op.39 van Brahms en een jazzy vertolking van een Toshihiko Inoue-track vormen samen een vreemd plaatje electro-acoustiek op zijn Japans. Dit liveplaatje brengt een klein half uur grensverleggende weirdness. Het debuut van Lakes doet qua zottigheid niet onder. Dit éénmansproject van Sean Bailey, residerend in Melbourne, is een no-fi DIY-plaat in de volle betekenis van die woorden. Hij neemt de drums op, laat die afspelen op zijn stereo en speelt een ander instrument, terwijl hij dat weer opneemt, en zo nog een paar keer. Van productie heeft de man natuurlijk nog nooit gehoord, laat staan dat hij enige vorm van zang- of muziekles zou hebben gevolgd. Vervelend worden deze rammelliedjes echter nooit. Durft zijne hoogheid rammelaar Lou Barlow al snel in irriterend gezaag te vervallen, daar is hier geen sprake van. Fun primeert boven melancholie en tristesse. Muziek wordt herleid tot zijn primitieve essentie. Daar past de cover Song Of Investment Capital Overseas van het eigenzinnige Art Bears wonderwel in. Vervormde ritmes, een oubollige casio en een verstoorde popgeest vormen samen dit intrigerende Lakes-debuut. In vergelijking met bovengenoemde platen is de compilatie Finally van muze Kath Bloom helemaal iets anders. De dame ontmoette in 1976, toen was ze 21, de avant-gardist en meester in het improviseren op de akoestische gitaar, Loren Mazzacane Connors, waarmee ze ettelijke platen maakte. Die platen kregen echter nooit de aandacht die ze verdienden, al ligt dat ook aan de heel beperkte oplages (tussen 50 en 200) ervan. Hun laatste plaat samen, Moonlight, dateert reeds van 1984. Daarna trouwde Kath en koos ze voor het moederschap en een teruggetrokken bestaan. Ook Loren leerde de liefde van zijn leven kennen, waardoor het duo helemaal uit elkaar groeide. Kath Bloom bleef echter steeds met muziek bezig, al was het maar door muziekles te geven. Vanaf de vroege jaren negentig maakte ze weer eigen liedjes, die ze sinds 1998 via haar website (via mailorder) verkoopt. Finally is een uitstekende, coherent klinkende verzameling liedjes die Kath Bloom tussen 1993 en 2005 opnam. Het gaat hierbij voornamelijk over solowerk, want de sporadische bijdrages van wat vrienden maken dit album nog niet tot een groepsgebeuren. Kath Bloom brengt fragiele countryfolk in de stijl van het liedje Come Here, dat Richard Linklater gebruikte in zijn bejubelde film Before Sunrise (In een scène met Ethan Hawke en Julie Delpy, die het liedje en de uitvoerster bejubelen terwijl ze ernaar luisteren in een platenwinkel). Het klinkt als een hedendaagse Joan Baez, vertelt mijn eega. Maar naar dat hippieschepsel heb ik nog nooit geluisterd.