Eigenaardige band, The Double. Het lijkt alsof ze niet kunnen (of willen) kiezen tussen rigoreuze noiserock a la Liars, droompop zoals we die van het vroege Mercury Rev kennen of lo-fi indie uit de Pavement-school. Er zit van alles een beetje in en net wanneer je denkt dat ze voor het ene gaan steekt een korte maar hevige noise-wind op die die gedachte weer wegblaast. Loose In the Air mag gezien worden als een officieel debuut, al hebben ze er al twee albums op zitten, dit is het eerste in de volledige bezetting , op een groot indie-label als Matador. Misschien waren concessies onderdeel van het contract al lijkt dat bij Matador niet vanzelfsprekend, ik kan me een vergadering voorstellen waar gepraat wordt over echte liedjes, en iets minder onberekenbaarheid. Zonder die gedachte uitvoerig te checken overigens want waarschijnlijk zit dit slechts in mijn hoofd en speelt het bij The Double absoluut geen rol. De aanpak van de groep lijkt simpel, schrijf een liedje over bevreemding, angst en verleiding, werk dat uit met orgeltjes, electronica en percussie en, heel belangrijk, plaats na afloop, op strategische momenten (zoals het einde of precies in het midden van een liedje) een bak gitaarfeedback. Het blijkt verdomd lastig zon formule tot een pakkend einde te brengen. Op opener Up All Night lukt dat aardig als halverwege het nummer ineens een brok feedback de minimalistische opening mag verstoren. De meeslepende single Hot Air is het enige nummer waar een lichte flits van briljantie doorheen schijnt. Een paranoïde postpunk-ballade zoals Echo & The Bunnymen die ooit maakten, maar even later ineens veranderd in een sonisch post-Confusion Is Sex monster. Helaas blijft het bij die vlagen, allemaal eigenaardigheden die jammergenoeg niet worden doorgezet om van Loose In the Air een album te maken waar je van gaat houden omdat het zo fucked up is. Waarvan je de barstjes koestert en je diep in kunt begraven. Het is uiteindelijk vooral een verwarrende aangelegenheid, The Double lijkt nog volop zoekende.