Met een groep opererend onder de naam van het Japanse inlandse geloof en een uitgesproken maatschappijkritische ingesteldheid (ook al een relatieve zeldzaamheid in het land van de rijzende zon) trek je natuurlijk wel de aandacht. Niet alle projecten van Hans Platzgumer waren in het verleden even boeiend, doch deze samenwerking met Cami Tokujiro blijkt wél de moeite waard. ‘Sekai’, hun jongste album, is een werk dat in ieder geval scoort. De muziek erop laat zich nog het beste omschrijven als een soort elektronische avant-garde pop. Origineel en toch niet ontoegankelijk, hebben de liedjes van Shinto een duaal karakter: langs de ene kant vind je etnische muziekelementen (fluiten, percussie, …), langs de andere kant dragen de experimenten een onvervreemdbaar en opmerkelijk popcachet met zich mee. Ze variëren van gezangen met Noh-invloeden (‘Hagoromo’) tot de flipperkastdisco van ‘Irozakari’. De Japanse vocals bestendigen daarbij het exotische effect. Zanger Cami Tokujiro schrijft pessimistische, haast misantropische teksten met bijwijlen nihilistische inslag – Tsjetsjenië, Guantanamo, jeugdprostitutie en terroristische sektes zijn slechts enkele van de bezongen overpeinzingen. ‘Sekai’ valt zeker te overwegen voor diegenen die een uitdaging niet uit de weg willen gaan.