In 2004 verscheen de ep Reclaim van het Noorse Keep Of Kalessin, met drummer Frost (Satyricon, 1349) en Attila Csihar (tegenwoordig Mayhem) op stembanden. Om maar te zeggen dat we niet te maken hebben met het zoveelste black metalbandje, maar wat wil je ook. Deze band is namelijk het vehikel van Obsidian C, livegitarist bij datzelfde Satyricon. Bodypaint hebben deze heren al lang niet meer nodig om een potje gitzwart metaal in elkaar te knutselen waarbij blastbeats aan een hels tempo doorrazen. De gitaarriffs liggen in laagjes boven elkaar en houden onderling een snelheidswedstrijd, terwijl nieuwe rekruut Thebon de giftige longen uit zijn lijf schreeuwt. Een sferische intro zet meteen de geoliede machine in gang, om nadien niet meer los te laten. Het vele musiceren met de gastmuzikanten sinds het ontstaan van Keep Of Kalessin mag dan al leuk zijn geweest, een te vertrouwen horde annex solide line-up ragt duidelijk een stuk lekkerder. Armada klinkt bijgevolg melodieus bij momenten, grimmig en hard waar nodig en is lekker vet en vol geproduceerd. Zo hoort moderne Noorse black Metal te klinken, en dat niet alleen: deze plaat is een stevige concurrent voor Satyricons nieuwste Now, Diabolical. Cronian is het duo Øystein G. Brun en Mr. V, beiden actief in Borknagar en die laatste ook nog in Vintersorg natuurlijk. Beide heren hadden zin in eens iets anders en zetten in 2000 het nevenproject Cronian in de steigers. Debuteren doen ze echter pas nu. Inspiratie werd gehaald uit verhalen over bijna-dood ervaringen, terwijl de black metalachtergrond van het duo wordt aangevuld met melodieuze progrock. Beider obsessie voor donkere filmmuziek krijgt een bizarre, kille en ijskoude sfeer mee maar het is vooral het grote contrast tussen de ijzingwekkende schreeuw en de quasi klassiek geschoolde, helder gezongen progrockstem die Terra tot een bij momenten moeilijk te verteren album maakt. Soms dreigt namelijk de Jon Anderson-valkuil, en daar hebben wij geen boodschap aan. Arty progrock met een scheut black metal leiden zo tot een half geslaagd experiment. Tom Gabriel Fisher, beter bekend als Tom Warrior, dook recentelijk al eens op om de track Big Sky op het Probot-album van zijn vocalen te voorzien. Ooit voortgekomen uit de death/blackband Hellhammer in 1984, komt Warrior, na bepalende platen als To Mega Therion uit 1985 en het experimentele Into The Pandemonium uit 1987, veertien jaar na het vorige album (Parched With Thirst Am I And Dying, 1992) toch nog met een nieuwe cd op de proppen. Monolithische dreundoom, het primitieve van Hellhammer en het experiment van zijn laatste studio-inspanningen vormen een mooi aaneensluitend geheel waarin ook duidelijk gothic-accenten zitten verweven. Celtic Frost was dan ook in de jaren tachtig van grote invloed op een hoop genres, waaronder black metal, newwave en gothrock. De vrouwelijke sireneachtige zang in een aantal tracks (Obscured) contrasteert met Warriors donkere en sinistere geluid. Nu black metal stilaan een ruimer publiek weet aan te spreken, is het maar mooi dat grondleggers als Celtic Frost een graantje kunnen meepikken, en dat met een hele goeie plaat ook nog. Alleen jammer van de digitale piepjes op ons promo-exemplaar, die behoorlijk wat irritatie opwekken. Als het een andere band was geweest, gooiden we het schijfje zo weg. Zonder recensie. Nog zon veteraan is Ihsahn, die deel uitmaakte van het legendarische Emperor. De man schreef eigenlijk al de afscheidsplaat van Emperor, Prometheus: The Discipline Of Fire & Demise helemaal op zijn eentje. Samen met zijn vrouw Heidi Tveitan zoekt hij de avantgarde op en bracht onder de noemer Peccatum in 2004 het album Lost In Reverie uit. Onder zijn eigen artiestennaam (hij heet eigenlijk Vegard Sverre Tveitan) is het nu tijd voor zijn eerste soloplaat, bijgestaan door Borknager en Spiral Architect-drummer Asgair Mickelson. Softe progressieve stukken wisselen af met stevig gitaarwerk en blastbeats, veel symfonisch aandoende stukken met King Diamond-achtige hoge gilletjes doen echter onze tenen krullen. Neen, geef ons maar de Noorse misantroop Nordra, die eerst op zijn eentje en sinds 2003 bijgestaan door drummer Necrolucas het grimmige Mord bestuurt. Black metal zoals de oude garde die maakte, aangevuld met satanische death metal om de vuile sound nog viezer te maken. De twee heren bedienen zich van vunzige corpsepaint om hun uitstraling nog iets wansmakelijker te maken. Zeer koude, ultrafelle black in een sfeer en snelheid waar we een gelukzalige glimlach aan overhouden. We zijn dan ook averechts geboren. Christendom Perished, de opvolger van de demo The Unholy Inquisition die in 2004 alleen op vinyl uitkwam, worden beiden uitgebracht door Southern Lord, wat garant staat voor black gedrenkt in pure haat en nihilisme. En dat is net hoe we het willen hebben. Straks, na Sunno))), ook Mord in de Humo?