Op de opvolger voor Sworn Enemys debuut As Real As It Gets zijn de stembanden van brulboei Sal Lococo niet aan een infectie onderhevig en komt de zang, of eerder schreeuw, van de man wel volledig tot zijn recht. De band is afkomstig uit Queens, New York en speelde sinds 1997 behoorlijk strakke New York hardcore maar evolueert alsmaar meer richting trash metal. En daar is zeker niets mis mee. Het eindresultaat klinkt als God Forbid in een wedstrijd om het meest tatoeages tegen Madball, met de trash van Dark Angel en de woestheid van All Out War als begeleidend muziekje. Sworn Enemy is nog steeds op zoek naar dat echte eigen gezicht, waardoor niet alle nummers even sterk zijn. Mondjesmaat luisteren is de boodschap en de afsluitende track hebben we na één keer wel helemaal gehad. na enige minuten stilte volgt nog wat dronken aandoend gebral en een flauw deuntje waar niemand wat aan heeft. Eveneens uit New York en al bijna twintig jaar zijn hardcoreboodschap uitdragend zijn de mannen van het combo Sick Of It All. Er zal duidelijk nog veel meer moeten gebeuren om iets te veranderen aan de oprechte woede en nog steeds fel klinkende, heel oprechte straatmuziek van het viertal veteranen. De overstap van Fat Wreck Chords naar Century Media is namelijk het grootste verschil met al het vorig werk, ondanks de productie van Deen en wonderkind Tue Madsen, die duidelijk weinig in de pap te brokken heeft gehad. En dat is maar goed ook, we horen al genoeg doorslagjes van flauwe Zweedse metal doorheen veel hardcoremuziek van tegenwoordig. Vierendertig minuten tophardcore om mee te roepen, woedend, furieus en met zalige refreintjes. We worden er meteen twintig jaar jonger op. De oudjes kunnen het duidelijk nog steeds beter dan het gros der jonge snaken. De Zweden van The Smackdown combineren hun fascinatie voor worstelen met sociaal kritische hardcore en steken op de opvolger van debuut Calling The Spots nog een snelheidstandje bij. Toeren is hun leven, net als het spelen van ultrafelle, in yr face hardcore met veel Slayer-invloeden. Dertien tracks staan er op en de band doet er iets meer dan twintig minuten over om hun opdracht uit te voeren. Van de teksten is geen bal te begrijpen, maar bij The Smackdown gaat het dan ook eerder over het ventileren van hun frustraties dan om het verkondigen van wijsheden. Het kwintet blaast de luisteraar gewoon omver, zoals genregenoten Blood Brothers en JR Ewing dat ook zo goed kunnen. Aan afwisseling doen ze niet, blazen van start tot finish, dat wel. De band schijnt vooral live heel indrukwekkend uit de hoek te komen, en na het beluisteren van hun cd geloven we dat graag. Net zon zoefkonijnen is het Amsterdamse trio Rene SG. Geen hardcore, maar wel minimalistische en des te effectievere punkrock, of zeg maar speedrock. Raggen als de beste, twaalf nummers in acht minuten, met op één uitzondering na titels die allen ofwel hell ofwel fuck in de titel hebben. Simpel en snel, want Rene SG is niet goed in tragere liedjes, zoals er een drietal tussen staan. Met een beetje geluk duren de nummers een volledige minuut, gaan en niet achterom kijken, daar is het trio op zijn best. Verveling kan niet toeslaan, daarvoor gaat alles te snel. De Nederlandse Zeke is hiermee opgestaan. Om als waardige opvolgers van The Ramones in hun piekperiode door te gaan zijn ze nog te groen achter hun oren, maar als de band zo verder doet, lukt het hen wel. Serveren bij het ontbijt. Het wakker worden zal wel lukken.