Rond de heruitgaven van het vroegste werk van Siouxsie And The Banshees hing lange tijd een sfeer van tegenstrijdigheden en besluiteloosheid. De band en hun oude label Polydor hielden er blijkbaar andere opvattingen op na en leken het maar niet eens te worden over de manier waarop dat zou moeten gebeuren. Vorig jaar verscheen niettemin een luxueuze uitgave van hun ondertussen bijna dertig jaar oude debuut The Scream, maar dat gebeurde in stilte en enigszins in mineur. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de gelijkaardige reissues van The Cure, die telkens vergezeld gingen met een bonuscd die bulkte van zeldzaam en interessant materiaal, bleek die heruitgave qua (zeldzame) extras behoorlijk licht uit te vallen. Nu worden de eerste vier studio opnieuw op de markt gegooid en de supplementen die als lokaas moeten dienen, zijn begrijpen wie begrijpen kan- nóg magerder uitgevallen. Zo staan er slechts twee schamele bonustracks op The Scream: de singleversies van vinyldebuut Hong Kong Garden en The Staircase (Mystery). Al even triest is het gesteld op het matige Join Hands uit 1979. Love In A Void krijgt er enkel gezelschap van het nooit eerder uitgebrachte Infantry. Het best bedeeld is het twee jaar later verschenen Kaleidoscope met acht demoversies waaronder (licht) afwijkende versies van Christine, Eve White/Eve Black, Happy House en het exclusieve Sitting Room. De single Israel sluit het geheel op een bevredigende manier af. JuJu ten slotte moet het stellen met de 12 versie van Spellbound, een alternatieve 12 mix van Arabian Knights en Nigel Grays interpretatie van Fireworks. Zo vlak na elkaar beluisterd, is het frappant hoe hun sound gaandeweg evolueerde van een ietwat rauw punkgeluid naar atmosferische, breed uitwaaierende Gothic. JuJu fungeert daarbij onmiskenbaar als een belangrijk scharniermoment, een tendens die op een artistiek en commercieel succesvolle manier wordt uitgepuurd op A Kiss In The Dreamhouse uit 1982. Maar dat is hopelijk, samen met Hyaena (84) en Tinderbox (86), voor binnenkort.