Michael Feericks vorig jaar verschenen debuut maakte indruk, de twintiger nam alles in zijn eentje op. Van zang tot gitaar en van keyboards tot drums. Het leverde een op momenten stomende plaat op met overduidelijke referenties naar de wat hardere shoegaze van Chapterhouse, Yo La Tengo-lese noisepop en in de verte de hard-zacht dynamiek van Mogwai. De Britse pers schalde massaal de loftrompetten en Feerick besloot het ijzer te smeden wanneer het heet is; amper een jaar later ligt Out Of The Angeles te snakken naar nog een ronde luid schallend koper. Fans van het eerste uur kunnen tevreden zijn want Out Of The Angeles is vooral veel van hetzelfde. Het is duidelijk dat Feerick zijn jaren 1990 shoegaze verzameling koestert en ook hier galmen de gitaren weer continu de oneindigheid in. Dat hij nog steeds niet kan zingen valt steeds minder op in die maalstroom van gitaar en drums. Live is dat een stuk pijnlijker. Het is wel jammer dat hij al die oude trucs steeds herhaalt en met niks nieuws komt, je zou zeggen dat we, sinds shoegaze weer verdween in de mist van de fantasie, er tijd genoeg was om een hoop nieuwe inspiratie op te doen en behalve wat instrumentale, klassiek getinte tussendoortjes (At Last the Night en So Mote It Be) is Out Of The Angeles te middelmatig om die loftrompetten op deze plek van stal te halen.