Embryo ontstaat eind jaren 1960 in dezelfde Münchense scène die ook Passport en Popol Vuh voortbrengt. Middelpunt is drummer-bandleider Christian Burchard, op een blauwe maandag nog actief bij Amon Düül II. Hun fameuze debuut Opal is een krautrockklassieker, een nog steeds appelerende concoctie van stevige jazzrock met sax en psychedelica. Op later werk werden nieuwe pistes geëxploreerd en gingen de heren in zee met muzikanten uit het Midden-Oosten.
No Neck Blues Band wordt door megafan Thurston Moore gedeclareerd als de beste band van onze aardkloot, waarvan akte. Niet toevallig incorporeert het veelkoppige collectief alle genres die Moore en compagnie (de hele as Forced Exposure, Byron Coley, Ecstatic Peace, Father Yod) al twee decennia propageren: vrije jazz, ongegeneerd lawaai, triprock en andere freaky gekte. Na tien jaar hebben de New Yorkers, die onlangs ook hun dubbele debuutalbum heruitbrachten, met het knappe Qvaris en steeds indrukwekkende liveshows een mini-doorbraak weten te bestendigen. Van botsende belangen of stijlbreuken is geen sprake. Beide groepen voelen en vullen elkaar aan. De Embryoleden injecteren de jamsessies met jazzy souplesse. Het geluidenarsenaal wordt nog meer opengetrokken, Oosterse percussieaccenten doen hun intrede. Twee generaties samen in de studio: conflictloze convergentie is het geslaagde resultaat.