The Best Of Blurt Volume 2 – The Body That They Built To Fit The Car

Ook de underground kent zijn weirdoes en Alan Vega en Ted Milton spannen zonder meer de kroon als het eropaan komt talent te mixen met een (on)gezonde dosis waanzin. De eerste schreef geschiedenis met het New Yorkse tumultueuze proto-technoduo Suicide, terwijl voormalige poppenspeler Milton cultgeschiedenis schreef als de geflipte frontman annex saxofonist van Blurt. Waar Suicide heil zocht in rudimentaire elektronica met punkattitude en daarmee zijn uitgegroeid tot een min of meer gevestigde naam, is Blurt altijd een obscure band gebleven. Verwonderlijk is dat niet want wie uiteenlopende en op het eerste gezicht contradictoire en dus onverenigbare stijlen zoals (witte) funk, compulsieve punk, industrial, (free)jazz, avant-garde pop, no wave en gemuteerde disco op een volstrekt anarchistische manier op een hoop gooit, vraagt natuurlijk om moeilijkheden. Onverschilligheid en onbegrip zijn dus altijd Blurts deel geweest. Vandaar dat de band al evenmin erkenning heeft gekregen als generatiegenoten zoals Bourbonese Qualk of 23 Skidoo. Enige vorm van (bescheiden) rehabilatie is er nu met een tweede retrospectieve. (De eerste -‘The Fish Needs A Bike’- verscheen in 2003.) ‘The Body That They Built To Fit The Car’ blikt in 16 nummers en twee gestileerde, maar sobere video’s (de titeltrack en ‘Machina Machina’) terug op de periode 1987-96 en grijpt daarbij terug naar de albums ‘Smoke Time’, ‘Kenny Roger’s Greatest Hit (Take 1 & 2)’, ‘Pagan Strings’, ‘Magic Moments’, ‘Celebrating The Bespoke Cell Of Little Ease’ en de gelijknamige ep uit 1988. Deze retrospectieve is bijgevolg de perfecte aanvulling op het eerste deel en een meer dan geschikte introductie voor nieuwkomers. Voor wie bijvoorbeeld geniet van het hoekige, dwarse en compromisloze geluid van Zu, Pere Ubu of zelfs The Fall, is Blurt zonder meer een alsnog te ontdekken naam. (www.tedmilton.com)
Revolutionary Corps Of Teenage Jesus is na Vega’s samenwerking met Pan Sonic (onder VVV vlag) opnieuw één van de betere releases waar Vega zijn naam mocht onderschrijven. Partner in crime ditmaal is Stephen Lironi, bij oudere jongeren gekend van zijn werk voor Altered Images ten tijde van ‘Don’t Talk To Me About Love’. (Altered Images zelf scoorde een bescheiden hitje met het niemendalletje ‘Happy Birthday’.) Aan het album gingen een single en enkele 12 inches (met daarop overigens een opmerkelijke versie van ‘Frankie Teardrop’) vooraf, maar ‘Righteous LiteTM’ is hun eerste volwaardige release. Kenmerkend, en dus absoluut niet verrassend, zijn de ronkende, repetitieve baslijnen en minimale synthklanken die ook de sound van Suicide kenmerken en natuurlijk het immer herkenbare, nasale, ultra-Amerikaanse geneuzel van Vega. Maar de nummers zijn goed tot uitstekend, dus wat zou het?. ‘Righteous LiteTM’ had eigenlijk best een Suicide album kunnen zijn. Meer zelfs : ‘Righteous LiteTM’ is stukken beter dan de in 2002 verschenen comeback ‘American Supreme’.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!