Wat James Yancey (1974-2006) voor hiphop heeft betekent en hoe fantastisch zijn laatste plaat was, kon u lezen in GC74. The Shining’ daarentegen is een veel conventionelere hiphopplaat geworden en mag dan ook gezien worden als de echte opvolger van zijn debuut ‘Welcome 2 Detroit’ uit 2001. ‘Donuts’, uitgebracht enkele dagen voor hij overleed, was een sublieme mixtape die van de éne geniale beat naar de andere sprong. ‘The Shining’ is meer gericht op songs en bevat een hele rij rappende en zingende gasten. Yancey had de plaat vanop zijn ziekenhuisbed zo goed als rond, maar vroeg aan Karriem Riggins (zie oa. Slum Village) om ze af te werken. Riggins heeft het grootste deel van de vocals geproduceerd. Helaas begint de plaat -op dat vlak- heel slecht. Busta Rhymes, wiens woordenschat uit weinig meer bestaat dan bitch en motherfucker, schreeuwt er maar op los zonder iets te vertellen en doet het slechtste vermoeden. Noem mij een oude zak, maar dat deze man momenteel de Amerikaanse (s)hitlijsten aanvoert, is een echte schande. Gelukkig is de rest van de gastenlijst van een andere orde. Common katapulteert het niveau de hoogte in op het mooie ‘E=MC2’, net als Guilty Simpson, MED en Pharoah Monch dat op andere nummers doen. Eén van de hoogtepunten is zeker ‘So Far To Go’ met diezelfde Common en de immer fantastische soulgod D’angelo. Mindere soulboy Dwele komt in ‘Dime Piece’ zelfs beter tot zijn recht dan op zijn eigen platen. Wat de beats betreft, is ‘The Shining’ een postume staalkaart van Dilla’s talent. Hij jongleerde zowel met futuristische funk en donkere hiphop als met warme, oprechte soul. De headz die ‘Donuts’ al grijs gedraaid hebben en er nog steeds nieuwe dingen in ontdekken, zullen deze plaat waarschijnlijk te gewoon vinden. ‘The Shining’ bevat zeker niet het allerbeste werk van J Dilla en komt een beetje over als een tribute-plaat, maar openbaart zich na enkele luisterbeurten (steeds zonder het eerste nummer weliswaar) toch als een mooi en coherent geheel.