Uit Austin, Texas komt hij, Scott H. Biram, dus het verwondert niet dat de man een stevig vijsje los heeft zitten. Hij is de vaandeldrager van The First Church Of The Ultimate Fanaticism, wat meteen de religieus getinte bezetenheid in zijn teksten verklaart. Op de binnenhoesfoto ziet hij er trouwens een beetje uit als die andere flippo, Marc Everett van Eels. Biram doet het echter allemaal op zijn eentje, allicht omdat zijn uit te drijven duivels (veelal reïncarnaties van slechte vrouwen) niet te harden zouden zijn voor medemuzikanten. Er zit behoorlijk wat vervorming op s mans stem, maar toch is duidelijk dat hij kan zingen. Zingen zoals we het graag hebben als het gaat om morsige blues en met country doorspekt leed dat gehuld gaat in een gospel- of psychobillyjurkje. Hij begeleidt zichzelf op harmonica, trapdrum, akoestische gitaar en zijn Gibson, met een toefje steelgitaar voor de goede orde. Uiteraard allemaal (bijna) tegelijkertijd zoals het een echte one-man-band betaamt. Het tempo ligt veelal aan de lage kant, al kan hij het op slotnummer Church Babies niet laten om lekker heavy uit de hoek te komen. Denk aan Don Howland die een duet zingt met Johnny Cash zaliger, terwijl Lightning Beatman op het graf neerkijkt. Naar verluidt leeft Biram een wild, ruig en soms goddeloos bestaan dat hem voldoende stof levert voor zijn alweer vijfde plaat. Zijn zwaar ongeluk van drie jaar geleden, waarbij hij zowat alles brak dat kan breken, heeft zijn levensgevoel en zijn muziek er alleen maar gruiziger en trashier op gemaakt. Whisky en gewijd water zijn even gevaarlijk voor onoplettende zieltjes!