Two Worlds Collide is het nieuwe project van Clive Giblin, die eerder actief was in gerenommeerde bands The Cardiacs, Alternative TV en Shockheaded Peters. Hij deed zowat alles op deze plaat zelf. Hij schreef de meeste nummers, en op een gitaarsolo en wat baslijntjes na, bespeelde hij ook zelf alle instrumenten. Daarbovenop produceerde hij ook nog eens de hele boel. Het resultaat mag er zeker zijn. Invloeden van zijn vroegere broodheren zijn duidelijk hoorbaar, aangevuld met de knallende intensiteit van Killing Joke van na het debuut. Twaalf nummers staan er op ‘Sympathetic Storm’, die vooral lonken naar zijn eerdere britpopwerk met The Cardiacs. Dat geldt echter niet voor alle nummers. Een aantal van de tracks zijn heel wat complexer, met schitterend gitaarwerk dat alle kanten tegelijk opvliegt, waarvoor het vierde nummer als ultieme voorbeeld kan dienen. De titels van de nummers konden we niet achterhalen, maar dat doet er nu even niet toe. Alleen jammer van de zang, het enige minpuntje die we op deze anders zeer geslaagde release konden ontdekken. Zeker de helft van de nummers vraagt immers om een brombeer als Karl Blake. Giblin’s zangkwaliteiten zijn namelijk niet je dat. Te braaf, te indie, niet fel en urgent genoeg. Maar toch, pop en experiment gaan mooi samen. Voor zijn optredens verzamelde Giblin een hechte band om zich heen, waarin nog meer Cardiacs zijn te bespeuren. Collega (jv) heeft het verderop over het naar zichzelf genoemde album van Yolk. Op die plaat horen we Valentin Carette als frontman, die met Idiot Saint Crazy solo helemaal uit zijn dak gaat. In vergelijking met Yolk is dit nog gekker, complexer, sneller, inventiever en noisier. Carette erkent geen muzikale grenzen voor dit project. Hij creëert een eigen zotte wereld, waarin Primus en het gitaarspel van Snakefinger van grote invloed zijn. The Residents die krautrock spelen, Fred Frith in een experimentele bui, Renaldo & The Loaf gereïncarneerd in de eenentwintigste eeuw, het zijn maar een paar van de referenties die spontaan opduiken bij het beluisteren van dit genreoverschrijdende werkje. Opgenomen in ’s mans woonkamer en zijn repetitieruimte in Duinkerken is dit album meer dan een geslaagd staaltje van huisvlijt. Laverend tussen percussiegedreven traditionals, rustige industrial en complete wackiness verwordt Carette als Idiot Saint Crazy tot de meeste geflipte onemanband die we tot nog toe hoorden. ‘Skitterend’ zoals ze in mijn geboortestreek zeggen.