Met drie decennia industriële muziek op de teller, laten we ons nog zelden verrassen. Voor elk hedendaags fabrieksgeluid en elke elektronische bliep, halen we blasé de neus op, en vernoemen we hooghartig een groep uit de jaren 1980 die toen al hetzelfde (en het veel beter) deed. Wellicht reiken de ambities van Flutwacht en Leiche Rustikal ook niet verder dan het toevoegen van acceptabele kwantiteit aan de Industriële Muziekgeschiedenis. Flutwacht grossiert in kille machineklanken à la Einleitungszeit, afgewisseld met ritmische uitspattingen die sterk doen denken aan de hoogdagen van Esplendor Geométrico en De Fabriek. Leiche Rustikal is meer ritueel geïnspireerd, maar blijft één van de mindere broertjes op het Steinklang label. Zo vragen we ons hoofdschuddend af hoe iemand het anno 2007 nog in zijn hoofd durft te halen om uit te pakken met de combinatie van industriële geluiden en Gregoriaanse gezangen. Het minste dat we van bontgevederde leden van Sturmpercht kunnen zeggen, is dat ze wel origineel uit de hoek komen. Hun grappige Alpinefolk skiet tussen woudverhalen, dronken liefdesgeschiedenissen en bombastische krijgskunst (Frisch Auf Zur Schlacht). Daarenboven zien de muzikanten er uit als trollen die weggelopen zijn uit een eeuwenoude sage, en worden traditionele instrumenten (accordeon, gitaar, fluit en keteldrum) bespeeld. Deze cd is de heruitgave van hun debuutelpee (2004), die opviel door de houten verpakking. En het verheugt ons jou te kunnen melden dat ook voor de cdheruitgave (weliswaar minder) Beierse bomen ritueel sneuvelden. Dat het allemaal niet zonder ironie is, bewijst de afsluiter sHendl: gebaseerd op Little Black Angel van Death In June, maar met valse lalalas en een tekst over een aangebrand haantje. Misschien duurt de grap net iets te lang om een volledige cd uit te zitten, maar in kleine dosissen is Strumpercht een welgekomen frisse alpenwind in de doodernstige Neofolkwereld.