Barcelona zendt zijn zonen uit. Gelukkig zijn ze niet met zoveel als de hype I’m From Barcelona (die dan nog eens uit Zweden blijken te komen), anders zouden we een invasie vermoeden. Knuppels zijn het wel, recht uit een achterbuurtgarage. Rock-n-roll met een punky attitude met een surfje hier en daar (omdat het water zo aanlokkelijk bleek) is wat de band ons voorschotelt op hun veel te lange plaat. Kort en krachtig, dat verwachten we van een plaat die punkrock hoog in het vaandel voert. Oeverloos geëmmer is niet waarop we zitten te wachten. En dit is dan nog een verzamelaar van hun singles. Dat voorspelt weinig goeds voor een regulier album. Hier en daar duikt wel een lichtpuntje op. Het met jazzy elementen doorspekte When The Shadows Cross The River, de bossanova van Summer Days en het aan The Make-Up herinnerende Your Best Friend Is Dead zijn in elk geval leuk. Een beetje soul geeft extra cachet en ook de covers van Music Machine en Los Canarios kunnen ermee door. En toch, we hebben nog steeds geen Spaanse band gehoord die de Basken van Pleasure Fuckers ook maar in de verte evenaart. The Chimney Brothers bestaan uit vier Amsterdammers die weliswaar hun inspiratie haalden uit de jaren 1950 maar vergaten een beetje rauwe wildheid aan hun bluesy garagerock toe te voegen. De liedjes die op dit schijfje staan te pronken zijn helemaal niet slecht hoor, ze zijn mooi geproduceerd en zitten goed in elkaar, maar zo braaf, jongens toch. We dachten in eerste instantie met een schoolbandje te maken te hebben dat ouders en directie moest overtuigen van hun goede wil. Een beetje surf, een beetje country en een ballade houden de boel niet overeind, net zo min als de vele covers, waaronder Im All For You van André Williams en Arabesque van Henry Mancini. Alleen op te zetten bij theevisite met gevoelige oren. Het amper veertig minuten durende tweede schijfje van het Amerikaanse Shortstack (Allentown, Pennsylvania) is dan een stuk leuker om naar te luisteren. Ruig klinkt de band nergens, maar hun eigenzinnige mix van rockabilly en country werkt wel. De band kiest ervoor om grotendeels instrumentaal te blijven en doet bij momenten wat denken aan een rustige versie van The Stray Cats. Openingsnummer Wiseblood is gebaseerd op de boeken van Flannery OConnor en handelt over geloof, de hel en verdoemenis in het Zuiden. De onderbuik van de Amerikaanse cultuur dus, in een countrybillyjasje gegoten. Man In Love is een geslaagde cover van het origineel van Charlie Feathers, een man die net als Merle Travis een duidelijke stempel op Shortstack zet. Eerlijke muziek is dit, heerlijk achteroverleunen terwijl ze het over andermans miserie hebben. Enig nadeel aan deze plaat is dat ze nergens de aandacht naar zich toe trekt, maar rustig op de achtergrond voortkabbelt, de staande bas ten spijt. The History Of Cut Nails In America is gewoon een lekker schijfje voor een zompige zomerdag.