The Postman Is A Girl

Les Créations des Belges. Noem een land waar elke rechte lijn krom loopt. België. Ik kus de grond en proef de zoete klei. Onze zonen en onze dochters hebben een uitstekende smaak en een missie. Naïviteit is hun levensmotto. We vervloeken nog steeds de dag dat we onze onschuld verloren. Het moment glipte tussen onze vingers heen en loste op als een wolkje melk in dampende koffie. We zijn verslingerd aan platen die gemaakt worden in deze regionen. Het heeft alles te maken met herkenning en met de dosis moed, durf en lef die ik zelf ontbeer. Zwak en onbeschermd als ik ben. Ansatz Der Machine, de huisvlijt van Mathijs Bertel, zit erg dicht op ons vel. We wonen in dezelfde stad. Heel soms kruisen onze wegen elkaar, maar omdat we beiden kluizenaars van de betere soort zijn, valt deze eer me zelden te beurt. Het was een dinsdag en zijn plaat lag in de bus. Afgeleverd door een postbode met een snor en met haar op zijn rug (naar ik vermoed, een grondig onderzoek stel ik elke dag opnieuw uit). Met zijn eerste eptje stal hij mijn hart. Met deze ‘The Girl Is A Postman’ doet hij me twijfelen. Acht dagen en negen luistersessies lang is er twijfel. ‘The Girl Is A Postman’ begint als een halfslachtige Morrplaatje dat verdampt tot een middelmatige elektronicaplaat die ergens in het midden van de jaren 1990 verscheen, maar tussen de plooien viel. Weggespoeld, vergeten. ‘The Girl Is A Postman’ is met veel ambacht – en vermoedelijk met tonnen liefde – gemaakt maar drijft teveel op hetzelfde trucje om te blijven boeien. Te vaak horen we verwijzingen naar de ruwe schetsen die Apparat (Sascha Ring) maakte toen hij zijn bescheiden klassieker ‘Duplex’ tevoorschijn toverde. Vooral live -Bertel laat zich bijstaan door een trits muzikanten- verliest hij vaak de pedalen en houdt hij zijn muzikale output niet zuiver genoeg. Ooit gooit hij alle ballast overboord en maakt hij een plaat die een zachte blos op mijn wangen zal toveren. Je zal het zien. Het geluk staat aan zijn kant. Ik vraag me af of Koen Lybaert, Starfish Pool voor wie zijn vaderlandse geschiedenis kent, zelf nog de weg vindt in de catalogusnummering van zijn label U-Cover. Feit is dat het Antwerpse label met vaste regelmaat nationale en internationale releases op de markt brengt. De nieuwste worp van het label staat op naam van de Belg Sonmi451. Op zijn eigen webstek verwijst Bernard Zwijzen naar de atmosferisch getinte platen van Jan Jelinek, Akufen, Shuttle 358 en Geoff White. Referenties die wat hoog gegrepen lijken. ‘A Phosporous Spot’ is een aardige IDM-plaat, maar wijkt niet af van de formule. Zwijzen bewijst vooral dat hij de grondbeginselen van het genre onder de knie heeft. Ook hier is het vooral het maken van de juiste keuzes en de opvolger die van tel zijn. De meest charmante Belgische worp komt van Kaspaurhauserrecords, een piepjong label dat vorige maand nog ons wist te verleiden met fijn plaatwerk van Haruki en Sielveen Riefman en deze keer een 7″ uitbrengt van Bloedrood en Wixel. Kaspaurhauser tekent voor breekbare popliedjes en sfeervolle hoezen en weet zich te onderscheiden van de achterhoede. ‘Bloedrood’ is een klein breekbaar hebbedingetje om te koesteren. Moderne slaapliedjes voor eeuwige dromers. De nacht brengt immers raad.

tekst:
Peter Deschamps
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!