Wat The Dresden Dolls aanvangen met het decadente Berlijn van het begin van de twintigste eeuw, doet Ataraxia vlotjes over in een min of meer gelijkaardige context, maar dan in Parijs. Terwijl de eersten duidelijk worden geïnspireerd door Bertold Brecht en Kurt Weill is dat voor de Italianen het macabere universum van Charles Baudelaire. Maar allebei experimenteren ze met traditionele (folk)muziek, cabaret/variété en avant-garde. Klinken, doen ze allebei evenwel totaal anders. Op Paris Spleen verkent Ataraxia de zelfkant van dat toenmalige Parijs: Madame Bistrouri en haar freaks van CircuZ Krump, losbandige vrouwen, acrobaten en andere randfiguren maken er de dienst uit. Het epicentrum van het groteske schouwspel is de Boulevard de Clichy. Het resultaat is een ouderwets luisterspel dat pendelt tussen opera, een horrorshow en surrealistisch cabaret en dat de fantasie blijvend weet te prikkelen. Live moet dit ongetwijfeld nóg indrukwekkender zijn. Vergeleken hiermee valt Ptahil, het vierde album van Atrium Carceri, nogal gewoontjes uit. Maar hiermee doen we de Zweed Simon Heath onrecht. Het is niet fair en bovendien totaal onzinnig om Ataraxia en Atrium Carceri onder eenzelfde loep te houden. Atrium Carceri zoekt immers compleet andere sonische oorden op. Donkere, vochtige kelders, verlaten bunkers en fabriekspanden zijn de natuurlijke habitat waar zijn onheilspellende soundscapes het best gedijen. Ptahil is bijgevolg makkelijk te catalogeren in het vakje dark ambient tussen het beste van Lustmord, Inade, Dagda Mor en labelgenoten Raison DÊtre en Desiderii Marginis.
Tussen het zuipen en als verlepte travestiet over het podium strompelen met Brighter Death Now door heeft het beruchte enfant terrible van de industrial Lina Baby Doll blijkbaar toch tijd gevonden om een nieuw abum zijn zevende in elkaar te puzzelen. Het mag verbazen, maar Erotikon is best te genieten. s Mans geestelijke en fysieke toestand op het podium lieten immers het ergste vermoeden. Akkoord, er is niet altijd evenveel variatie en sommige nummers dreinen maar door en door. Vaak wordt dezelfde loop eindeloos herhaald zoals in U.R. Blackhouse of Permobile Erotomatik. Bovendien is Doll ook niet meteen gezegend met een indrukwekkende stem, maar door zijn rituele industrial te vermengen met psychedelische en tribale tinten krijgt Erotikon iets hypnotiserends. Van erotiek is echter nergens sprake, of het zou aan uw verdorven geest moeten liggen natuurlijk.