Slechts een luttele 4 maanden na het heengaan van de koning van de desert blues , Ali Farka Touré, is zijn oudste zoon Vieux in zijn voetsporen getreden. Het is zijn debuutalbum en tevens een hommage aan zijn vader. Ook staan op deze CD twee stukken, Tabara en Diallo waarin vader en zoon nog samen te horen zijn. Kort voor het overlijden van Ali Farka zijn deze in de studio Bogolan te Bamako (Mali) opgenomen. Om enige schijn te vermijden dat zoonlief onverdiend naar voren wordt geschoven doet Toumani Diabaté ook 2 tracks mee. Vieux is een nog jonge gast die van zijn vader in het leger moest. Maar omdat hij net zo bokkig als zijn vader is nam hij de gitaar ter hand en toog in 1999 tegen diens wens van zijn vader naar het conservatorium in Bamako. Dit om zijn spel op de gitaar te verbeteren. Als Malinees muzikant zit je dan snel op een niveau waar de meeste westerse muzikanten niet aan kunnen tippen. Vieux heeft gezien zijn jonge leeftijd een stem die verassend volwassen klinkt. De verschillende nummers op dit album met verschillende rijke arrangementen doen ook helemaal niet zo jeugdig aan als je zou verwachten voor een debuutalbum. Vieux is al rijp of zijn vader heeft hem hierbij een handje geholpen. Hij opent het album verassend met een meer dansbaar nummer; je zou eigenlijk meer een langzame openingstrack in deze traditie verwachten. Vervolgens zijn de 2e en 3e track zijn vervolgens toch weer traditioneel in een langzame woestijn groove uit de regio. Nummer 4 is echter weer een onvervalste Malinese reggaetrack waar je de jeugd van Vieux in hoort. Vaders blues- Songhai- en Malinese traditie word in ere gehouden en ververst. Dit is desert blues anno 2007.