Het zesde soloalbum van Markus Reuter, die u misschien kent van zijn projecten Tuner of Centrozoon, is genoemd naar die handeling waarbij een deel van de schedel wordt geopend, om zo de druk op de hersenen te verminderen. Deze praktijk wordt vandaag de dag gelukkig niet meer toegepast. Die ingreep is een stuk ingrijpender en minder lieflijk dan de ambientklanken die Reuter uit zijn eigen koker laat ontspruiten. We snappen dan ook niet goed het verband, ondanks de field recordings en bijna onhoorbare tekstflarden die het klankenspectrum proberen open te breken. Laptop en gemanipuleerde gitaar (eentje met twee nekken, zodat hij bas en gitaar tegelijk kan bepotelen) zijn de basisingrediënten van dit overvolle schijfje, dat rustig voortkabbelt tot we ergens halfweg in slaap zijn gevallen. Ook verdere luisterbeurten hadden telkens hetzelfde effect, dus na een paar keer zijn we halverwege begonnen om toch maar eens de hele cd te hebben gehoord. De achterliggende bedoeling van Reuter om de ongebreidelde fantasie van ons onderbewuste te prikkelen, lukt zodoende in die mate dat we er rustig van worden en ongestoord door de dagelijkse besognes als een zwarte roos in slaap vallen.