Voor platen als deze zijn superlatieven uitgevonden, het was een gedachte die bij me opkwam toen ik Cendre uit de brievenbus plukte. Een dag vol kleur kondigde zich aan. Geen noot had ik gehoord en toch weet een mens dat Cendre een plaat is die het verschil zal maken. Daarvoor is de erfenis van Ryuichi Sakamoto en Christian Fennesz te overweldigend. Twee muzikanten die de (elektronische) muziek een andere richting uitduwden en die zichzelf met voorsprong van het peloton weten te onderscheiden, al moeten we eerlijkheidshalve bekennen dat Sakamoto een paar serieuze miskleunen in zijn oeuvre heeft steken. Na enkele liveconcerten – de korte liveregistratie Live At Sala Santa Cecilia verscheen twee jaar terug – is Cendre de eerste volwaardige samenwerking tussen de twee goden. Oto het openingsnummer balt de plaat krachtig samen. Fennesz legt de basis van de plaat, hij permitteert zichzelf geen forse uithalen, maar legt een geluidstapijt als was het fijn, glinsterend stof. Sakamoto voegt enkele schaarse pianopatronen toe en laat zijn bijdrage verzinken in de rijke klankenwereld die Fennesz zo uitmuntend weet uit te tekenen. Spaarzaamheid is een deugd. Een plaat lang overheerst het mystieke zengevoel. Echte uitschieters heeft Cendre niet, daarvoor ligt de klemtoon teveel op het geheel en vloeien de nummers te coherent in elkaar over. ‘Cendre is een pure Fenneszplaat en een zinderende Sakamotoplaat geworden. De samenwerking tussen Alva Noto en Sakamoto leverde enkele grootse momenten op, Vrioon mag een bescheiden mijlpaal genoemd worden. Toch klopt de samenwerking tussen Sakamoto en Fennesz meer. De leefwereld en muzikale passie van beiden loopt moeiteloos in elkaar over. Van een conflict of strijd der titanen is op Cendre geen sprake, daarvoor is het respect tussen de beide iconen te groot. Voor platen als deze zijn superlatieven bedacht.