Het is een vast voornemen op de redactievergaderingen van dit blad om naast het in evenwicht houden van de drankrekeningen -het lodderige oog van onze penningmeester is overal- ook alle freak- en acidfolk uit onze kolommen te weren. Niet alleen omdat teveel echt wel teveel is, maar ook omdat het genre bij minstens drie redactieleden klamme handen en hardnekkige huiduitslag oplevert. Waarna een nieuw nummer van de band rolt dat minstens over drie volle paginas de geneugten van het genre verheerlijkt. Freakfolk is overal, alomtegenwoordig en zelf een schuilkelder van gewapend beton biedt in deze tijden geen soelaas. Dat twee labels die in de voorhoede van deze revival zitten, Fonal en Digitalis, hun muziek ook in mp3vorm op het marktplein uitstallen, vinden we een charmante tegenstrijdigheid. Je verwacht op zijn minst stoffige vinylplaten verpakt in beduimelde hoezen. Brad Rose, de naam die moest vallen, is de labeleigenaar van Digitalis, en brengt als The North Sea werk uit op Type Records. Van Digitalis kunnen we u met voorsprong de driedubbele verzamelaar Gold Leaf Branches en Under Bent Limb Trees van Hush Arbors aanbevelen. Rond Digitalis hangt net als bij Fonal op dit moment een waas van superlatieven, ook dit blad is zondig en bracht van beide labels een special. Kenners weten dat overexposure voor een platenlabel een gevaarlijk goed is. We nemen met Anticon een gewillig voorbeeld. Het Amerikaanse label verbasterde hip hop tot folk, kleedde het uit en kneedde het opnieuw tot een donker sprookje dat zo in het oeuvre van Roald Dahl kon. De eerste platen behoren tot klassiekers in het genre, de latere tot de wegwerpobjecten van onze collectie. Met de derde van Islaja glijdt Fonal dezelfde richting uit. Kleine liedjes van een bosnimf die geurt naar dennenhout en naar we vermoeden uitstekend thee kan zetten. Ulual Yyy haalt echter op geen moment het niveau van haar vorige platen Palaa Aurinkoon en Valo Vedestä. ‘Ulual Yvy’ mist de inventiviteit en de onbevangenheid van haar vroegere werk en is een stap terug. Brad Rose is wel een stuk kritischer. Na zijn vorige plaat, een lang uitgesponnen sferische stuk in samenwerking met Rameses III, brengt hij op Exquisite Idols acht korte nummers waarin hij soms verbazend toegankelijk klinkt, om vervolgens alle registers open te trekken. Hoog tijd dat het nog eens redactievergadering is.