De luit is nu niet bepaald een instrument waarmee je tegenwoordig kunt aankomen. Het feit dat Jozef van Wissem daar lak aan heeft, pleit voor hem. En het feit dat hij andere muzikanten aan zich weet te binden, die hem uitdagen het klassieke muziekveld te verlaten, wekt ook bewondering. Eerder maakte hij platen met de Amerikaan Gary Lucas en met de Japanner Tetuzi Akiyama, beiden actief op de snaren van de (elektrische) gitaar. Recentelijk bezocht hij opnieuw de studio met Akiyama, maar ook de Italiaanse elektronicavirtuoos MB (Maurizio Bianchi) werkte met de muziek van Van Wissem..
Deze plaatjes verschenen alle op het door Van Wissem geïnitieerde label Incunabulum (wat, afkomstig uit het Latijn, in het Engels staat voor een boek gedrukt voor het jaar 1501 of voor een artifact uit een ver verleden. Alle schijfjes zijn gestoken in een dubbelgevouwen stuk dik, zwart papier, met alleen de relevante info. Er is meer. Op de allereerste cd op dit nieuwe label, Van Wissems A Rose By Any Other Name – Anonymous Lute Solos Of The Golden Age, tevens verschenen op het BVHaast-label, in een echt doosje en een heus, informatierijke boekje, demonstreert Van Wissem zijn klassieke beheersing van de luit. De oude muziek op deze cd dient als uitgangspunt voor Maurizio Bianchis Das Platinzetalter (de tweede uitgave van Incunabulum). Bianchis processions van de bestaande opnamen, hebben op het eerste (en tweede) gehoor weinig van doen met de oude muziekvertolkingen van Van Wissem. Bianchis behandeling met archaic waves, ancient loops en primitive electronics leveren niettemin een aantal intensieve, industriële klanklandschappen op, die de luisteraar sterk de diepte in trekken.
De derde uitgave van Incunabulum, Hymn For A Fallen Angel laat Van Wissem horen samen met Tetuzi Akiyama. In tegenstelling tot hun eerdere samenwerking (gedocumenteerd op de cd Proletarian Drift), bevat hun nieuwe plaat uitsluitend de oorspronkelijke (grotendeels akoestische) klanken zonder gebruik van additionele elektronica hetgeen Van Wissems werk in het verleden juist vaak kenmerkte. Hoewel het nergens vermeld staat, lijkt de muziek hier uitsluitend geïmproviseerd. De twee snaarvirtuozen vullen elkaar fraai aan ze wedijveren geen moment, maar zoeken juist naar een gezamenlijk einddoel. Zo verstild als Akiyama en Van Wissem op Hymn For A Fallen Angel klinken, zo uitbundig is hun samenspel vergeleken met de introverte werkjes op Stations Of The Cross, de vierde uitgave op Van Wissems nieuwe label, waarop hij opnieuw als solist op de luit te horen is, maar ditmaal in eigen, meer eigentijdse werkjes. Voor wie het avontuur niet schuwt, zoals Van Wissem blijft doen, zijn deze schijfjes zeker een aanrader.