Head Home

O’Death is een soort countrycollectief uit New York dat op plaat debuteerde in 2004 en nu een stap verder op hun pad tot werelddominantie zet met (de rerelease van) hun tweede cd ‘Head Home’. Het kwintet speelt een aardig potje eigenzinnige Americana met een niet alledaags instrumentarium. Gitaar, bas, banjo, fiddle en een samenraapsel van kettingen, kapotte cimbalen, bidons en ander percussieafval dat dient als drums zorgen voor de muzikale basis waarop Jamie zijn krakkemikkige en tegelijk excentrieke zanglijnen boetseert als een jonge Tom Waits. We horen net zo goed Doo Rag als Crosby, Stills, Nash & Young (‘Only Daughter’, ‘Jesus Look Down’), een beetje uitgelaten The Pogues maar ook meer ingetogen Appalachenfolk (‘Travelin’ Man’). De band speelt alsof zijn leven ervan afhangt, soms wild, soms melancholisch en weet voldoende afwisseling in de songs te brengen om er onze aandacht bij te houden. O’Death is als de lompenversie van Scenic (ontstaan uit Savage Republic) en klinkt tegelijk als een goed geproduceerde versie van een willekeurig orkestje op Voodoo Rhythm. Luister ‘Allie Mae Reynolds’ en u bevindt zich geestelijk op de boerenbuiten waar koeien net teveel aan de speed hebben gezeten. Lekker vunzig, vies, irritant en heerlijk tegelijk. O’Death weet elk feestje op te fleuren, zelfs eentje met modderige rubberlaarzen.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!