Het belang van het Esbjörn Svensson Trio valt moeilijk te onderschatten: ze musiceren al meer dan tien jaar lang en definieerden dankzij een doorbraakalbum vijf jaar geleden op hun eentje een nieuw genre dat wereldwijd navolging kreeg, door jazz te spelen met een rockfilosofie. Doch op hun nieuwste uitgave hebben ze veel moeite om de dunne koord tussen karakteristiek groepsgeluid en voorspelbaarheid foutloos te bewandelen. E.S.T. scoort punten met een nieuwe weg te zoeken op het eerste nummer Fading Maid Preludium krijgt hun herfstige jazz het gezelschap van langzame, stevige akkoorden op elektrische basgitaar en sluipen er aldus heel wat rockinvloeden in de muziek binnen. Ook op de tweede track (het eigenlijke titelnummer) is het raak, maar dan raakt het drietal in een dipje. Het experiment met de klanken van een geprepareerde piano (of is het een doodgewone synthesizer?) in Gold Hearted Miner loopt faliekant af en ook het trucje met de al eerder gehoorde zacht/luid-dynamiek in het daarop volgende nummer kennen we onderhand wel. Gelukkig weten ze zich daarna te herpakken; toch klinkt de fusie tussen postrock en jazz niet meer zo fris als weleer. Het is jammer dat na een paar succesvolle albums de heren van E.S.T. het moeilijk lijken te hebben een nieuwe weg in te slaan. De Zweedse goden zijn vooralsnog niet op hun bestemming geraakt.